Artikel 1 Intergouvernementele Organisatie

De Partijen bij dit Verdrag vormen, als Lidstaten, de Intergouvernementele organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF), hierna genoemd ‘de Organisatie’.

De Organisatie heeft haar zetel in Bern. De Algemene Vergadering kan besluiten de zetel te vestigen in een andere plaats in een van de Lidstaten.

De Organisatie heeft rechtspersoonlijkheid. Zij is met name bevoegd overeenkomsten te sluiten, roerende en onroerende goederen te verwerven en te vervreemden alsmede in rechte op te treden.

De Organisatie, haar personeelsleden, de deskundigen waarop zij een beroep doet en de vertegenwoordigers van de Lidstaten genieten de voor het vervullen van hun taak noodzakelijke voorrechten en immuniteiten onder de voorwaarden, zoals die zijn vastgesteld in het Protocol over de voorrechten en immuniteiten van de Organisatie, dat bij het Verdrag is gevoegd.

De betrekkingen tussen de Organisatie en de Staat waar de zetel is gevestigd, worden geregeld in een zetelovereenkomst.

De werktalen van de Organisatie zijn het Duits, het Engels en het Frans. De Algemene Vergadering kan andere werktalen invoeren.