Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF)
Artikel 2 Doel van de Organisatie
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2006
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het Protocol van 03-06-1999, Trb. 2002, 25.
- Bronpublicatie:
03-06-1999, Trb. 2002, 25 (uitgifte: 05-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-08-2006, Trb. 2006, 174 (uitgifte: 11-08-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
§ 1.
De Organisatie heeft tot doel het internationale spoorwegverkeer in alle opzichten te bevorderen, te verbeteren en te vergemakkelijken, met name:
- a.
door het opstellen van uniforme rechtsstelsels voor de volgende rechtsgebieden:
- 1.
de overeenkomst betreffende het vervoer van reizigers en goederen in het rechtstreekse internationale spoorwegverkeer, met inbegrip van aanvullend vervoer met het gebruik van andere vervoermiddelen dat het onderwerp vormt van een en dezelfde overeenkomst;
- 2.
de overeenkomst betreffende het gebruik van voertuigen als vervoermiddel in het internationale spoorwegverkeer;
- 3.
de overeenkomst betreffende het gebruik van de infrastructuur in het internationale spoorwegverkeer;
- 4.
het vervoer van gevaarlijke goederen in het internationale spoorwegverkeer;
- b.
door, rekening houdende met bijzondere openbare belangen, bij te dragen aan het zo snel mogelijk wegnemen van belemmeringen bij de grensoverschrijding in het internationale spoorwegverkeer, voorzover de oorzaken van deze belemmeringen onder de bevoegdheid van de Staten vallen;
- c.
door bij te dragen aan de interoperabiliteit en de technische harmonisatie in de spoorwegsector door het verbindend verklaren van technische normen en het aannemen van uniforme technische voorschriften;
- d.
door het opstellen van een uniforme procedure voor de technische toelating van spoorwegmaterieel, bestemd voor gebruik in internationaal verkeer;
- e.
door toe te zien op de toepassing en uitvoering van alle rechtsregels en aanbevelingen waartoe binnen de Organisatie is besloten;
- f.
door de onder a tot en met e bedoelde uniforme rechtsstelsels, regels en procedures verder te ontwikkelen met inachtneming van de juridische, economische en technische ontwikkelingen.
§ 2.
De Organisatie kan:
- a.
in het kader van de in § 1 genoemde doelstellingen andere uniforme rechtsstelsels ontwikkelen;
- b.
een kader vormen waarbinnen de Lidstaten andere internationale verdragen kunnen uitwerken die ten doel hebben het internationale spoorwegverkeer te bevorderen, te verbeteren en te vergemakkelijken.