Einde inhoudsopgave
Arbeidsomstandighedenregeling
Artikel 8.19 Vereisten geluidssignalen
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1999
- Bronpublicatie:
25-10-1999, Stcrt. 1999, 239 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-1999, Stcrt. 1999, 239 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid re-integratie (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Een geluidssignaal:
- a.
heeft een geluidsniveau dat duidelijk hoger is dan het niveau van het omgevingslawaai, zodat het goed hoorbaar is, doch niet te luid of pijnlijk voor de oren;
- b.
is gemakkelijk herkenbaar;
- c.
is gemakkelijk te onderscheiden van een ander geluidssignaal en andere omgevingsgeluiden.
2.
Wanneer een voorziening een geluidssignaal met een variabele en een vaste frequentie kan uitzenden, wordt de variabele frequentie gebruikt om ten opzichte van de vaste frequentie aan te geven dat het gaat om een situatie die een groter gevaar inhoudt of waarbij de gewenste of verplichte interventie of actie met grotere spoed moet worden uitgevoerd.
3.
Het geluid van een ontruimingssignaal is continu.