Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1060 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid
Artikel 112 Bepaling van de medefinancieringspercentages
Geldend
Geldend vanaf 14-11-2022
- Bronpublicatie:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2039)
- Inwerkingtreding
14-11-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2039)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Financiering
1.
In het besluit tot goedkeuring van een programma worden voor elke prioriteit het medefinancieringspercentage en het maximumbedrag van de steun uit de fondsen vastgelegd.
2.
Voor elke prioriteit wordt in het besluit van de Commissie vastgelegd op welke van de volgende elementen het medefinancieringspercentage voor de prioriteit van toepassing is:
- a)
de totale bijdrage, inclusief overheids- en particuliere bijdragen;
- b)
de overheidsbijdrage.
3.
Voor de doelstelling ‘investeren in werkgelegenheid en groei’ mag het medefinancieringspercentage op het niveau van elke prioriteit niet meer bedragen dan:
- a)
85 % voor de minder ontwikkelde regio's;
- b)
70 % voor overgangsregio's die voor de periode 2014–2020 onder de minder ontwikkelde regio's waren ingedeeld;
- c)
60 % voor overgangsregio's;
- d)
50 % voor meer ontwikkelde regio's die voor de periode 2014–2020 als overgangsregio's waren aangemerkt of een bbp per hoofd van de bevolking van minder dan 100 % hadden;
- e)
40 % voor meer ontwikkelde regio's.
De in punt a) van de eerste alinea genoemde medefinancieringspercentages zijn ook van toepassing op de ultraperifere gebieden, inclusief de extra toewijzing voor de ultraperifere gebieden.
Voor het Cohesiefonds mag het medefinancieringspercentage op het niveau van elke prioriteit niet meer dan 85 % bedragen.
In de ESF+-verordening kunnen hogere medefinancieringspercentages worden vastgelegd overeenkomstig de artikelen 10 en 14 van die verordening.
Het medefinancieringspercentage, dat van toepassing is op de regio waar zich het gebied bevindt of de gebieden bevinden die worden vermeld in de plannen voor een rechtvaardige transitie, voor de door het JTF ondersteunde prioriteit bedraagt niet meer dan:
- a)
85 % voor minder ontwikkelde regio's;
- b)
70 % voor overgangsregio's;
- c)
50 % voor meer ontwikkelde regio's.
4.
Voor Interreg-programma's mag het medefinancieringspercentage niet meer dan 80 % bedragen, behalve in de gevallen waarvoor in de Interreg-verordening hogere medefinancieringspercentages zijn vastgelegd voor programma's van Interreg-onderdeel D en programma's voor externe grensoverschrijdende samenwerking.
5.
De in de leden 3 en 4 genoemde maximale medefinancieringspercentages worden met tien procentpunten verhoogd voor prioriteiten die volledig worden verwezenlijkt via vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling.
6.
Maatregelen op het gebied van technische bijstand die op initiatief van of namens de Commissie worden uitgevoerd, kunnen voor 100 % worden gefinancierd.
7.
Wanneer een afzonderlijke prioriteit binnen een programma wordt vastgesteld ter ondersteuning van concrete acties om de sociaaleconomische integratie van onderdanen van derde landen te bevorderen, wordt een medefinancieringspercentage tot 100 % op de in betalingsaanvragen gedeclareerde uitgaven toegepast tot het einde van het boekjaar dat eindigt op 30 juni 2024. Na die datum is het medefinancieringspercentage van toepassing dat in het programma is vastgesteld overeenkomstig de in de leden 3 en 4 genoemde maximale medefinancieringspercentages.
Het totale in het kader van dergelijke prioriteiten in een lidstaat geprogrammeerde bedrag mag niet meer bedragen dan 5 % van de initiële nationale toewijzing uit het EFRO en het ESF+ samen.
De Commissie evalueert het medefinancieringspercentage uiterlijk op 30 juni 2024.
Ten minste 30 % van de financiële toewijzing van een dergelijke afzonderlijke prioriteit wordt toegewezen aan concrete acties met begunstigden die lokale overheden en in plaatselijke gemeenschappen actieve maatschappelijke organisaties zijn. De lidstaten brengen verslag uit over de naleving van die voorwaarde in het krachtens artikel 43 vereiste eindverslag over de prestaties. Wanneer niet aan die voorwaarde is voldaan, wordt de vergoeding door de Commissie in het kader van de betrokken prioriteit evenredig verlaagd om ervoor te zorgen dat die voorwaarde in acht wordt genomen bij de berekening van het aan het programma te betalen eindsaldo.