Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Artikel 152 Overgangsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2018
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 02-08-2018.
- Bronpublicatie:
18-07-2018, PbEU 2018, L 193 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1046)
- Inwerkingtreding
02-08-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-07-2018, PbEU 2018, L 193 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1046)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Deze verordening doet geen afbreuk aan de voortzetting of de wijziging, met inbegrip van de volledige of gedeeltelijke intrekking, van steunverlening die door de Commissie is goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die bijstandsverlening van toepassing is. Die verordening of zulke andere wetgeving blijft bijgevolg na 31 december 2013 op die steunverlening of de betrokken concrete acties van toepassing totdat ze worden afgesloten. Voor de toepassing van dit lid heeft bijstand betrekking op operationele programma's en grote projecten.
2.
Steunaanvragen die zijn ingediend of goedgekeurd in het kader van Verordening (EG) nr. 1083/2006 blijven geldig.
3.
Wanneer een lidstaat gebruik maakt van de optie in artikel 123, lid 3, kan hij bij de Commissie een verzoek indienen inhoudende dat de managementautoriteit, in afwijking van artikel 59, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1083/2006, de functies van de certificeringsautoriteit uitoefent voor de overeenkomstige operationele programma's die worden uitgevoerd op basis van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Het verzoek gaat vergezeld van een beoordeling van de auditautoriteit. Zodra de Commissie zich er op basis van de informatie van de audit-autoriteit en haar eigen audits van vergewist heeft dat de beheers- en controlesystemen van deze operationele programma's doeltreffend functioneren en dat dit functioneren niet zal worden geschaad wanneer de managementautoriteit de functies van certificeringsautoriteit uitoefent, deelt zij de lidstaat binnen twee maanden na de ontvangst van het verzoek haar instemming mee.
4.
In afwijking van artikel 79, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 bedraagt het maximum van het gecumuleerde totaal van de voorfinanciering en de gedane tussentijdse betalingen 100 % van de bijdrage van de Fondsen aan operationele programma's in Griekenland voor de convergentiedoelstelling en de doelstelling ‘regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid’.
5.
In afwijking van artikel 53, lid 2, en artikel 77, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en niettegenstaande de besluiten van de Commissie tot vaststelling van het maximale percentage en het maximumbedrag van de bijdrage uit de Fondsen voor elk Grieks operationeel programma en voor elke prioriteitsas, worden tussentijdse betalingen en saldobetalingen berekend door toepassing van een maximaal medefinancieringspercentage van 100 % op de subsidiabele uitgaven die voor Griekse operationele programma's voor de convergentiedoelstelling en de doelstelling ‘regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid’ zijn vermeld in het kader van elke prioriteitsas in elke door de certificeringsautoriteit gecertificeerde uitgavenstaat. Artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 is niet van toepassing op operationele programma's in Griekenland.
6.
Griekenland voorziet in een mechanisme om ervoor te zorgen dat de aanvullende bedragen die als gevolg van de maatregelen van de leden 4 en 5 van dit artikel beschikbaar worden gesteld, uitsluitend worden gebruikt voor betalingen aan begunstigden en concrete acties voor zijn operationele programma's.
Griekenland dient voor eind 2016 bij de Commissie een verslag in over de uitvoering van de leden 4 en 5 van dit artikel en brengt verder verslag uit in het eindverslag over de uitvoering van het operationele programma dat op grond van artikel 89, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1083/2006 moet worden ingediend.
7.
De managementautoriteit, of het toezichtcomité voor de programma’s in het kader van de doelstelling ‘Europese territoriale samenwerking’, kan besluiten artikel 67, lid 2 bis, niet toe te passen gedurende een periode van maximum twaalf maanden vanaf 2 augustus 2018.
Wanneer de managementautoriteit, of het toezichtcomité voor de programma’s in het kader van de doelstelling ‘Europese territoriale samenwerking’, van oordeel is dat artikel 67, lid 2 bis, een onevenredig zware administratieve last meebrengt, kan zij besluiten om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde overgangsperiode te verlengen met een duur die zij passend acht. De managementautoriteit of het toezichtcomité stelt de Commissie vóór het einde van de eerste overgangsperiode in kennis van dat besluit.
De eerste en tweede alinea zijn niet van toepassing op subsidies en terugvorderbare bijstand uit het ESF waarvoor de overheidssteun niet meer dan 50 000 EUR bedraagt.