Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF)
Artikel 13 Compromis. Griffie
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2006
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het Protocol van 03-06-1999, Trb. 2002, 25.
- Bronpublicatie:
03-06-1999, Trb. 2002, 25 (uitgifte: 05-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-08-2006, Trb. 2006, 174 (uitgifte: 11-08-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
§ 1.
De werking van de Organisatie wordt verzekerd door de volgende organen:
- a.
de Algemene Vergadering,
- b.
het Comité van Beheer,
- c.
de Herzieningscommissie,
- d.
de Commissie van deskundigen voor het vervoer van gevaarlijke goederen (Commissie van RID-deskundigen),
- e.
de Commissie vergemakkelijking spoorwegverkeer,
- f.
de Commissie van technisch deskundigen,
- g.
de Secretaris-Generaal.
§ 2.
De Algemene Vergadering kan besluiten tot de tijdelijke instelling van andere commissies voor specifieke taken.
§ 3.
Bij de vaststelling van het quorum in de Algemene Vergadering en in de in § 1, onder c tot en met f bedoelde Commissies wordt geen rekening gehouden met de Lidstaten die geen stemrecht hebben (artikel 14, § 5, artikel 26, § 7 of artikel 40, § 4).
§ 4.
Het voorzitterschap van de Algemene Vergadering, het voorzitterschap van het Comité van Beheer alsmede de functie van Secretaris-Generaal moeten in beginsel worden toebedeeld aan onderdanen van verschillende Lidstaten.