Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2023/1791 betreffende energie-efficiëntie en tot wijziging van Verordening (EU) 2023/955 (herschikking)
Artikel 27 Omzetting, transport en distributie van energie
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2023
- Bronpublicatie:
13-09-2023, PbEU 2023, L 231 (uitgifte: 20-09-2023, regelingnummer: 2023/1791)
- Inwerkingtreding
10-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2023, PbEU 2023, L 231 (uitgifte: 20-09-2023, regelingnummer: 2023/1791)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energiebesparing
Energierecht / Europees energierecht
1.
De nationale energiereguleringsinstanties passen het energie-efficiëntie-eerstbeginsel overeenkomstig artikel 3 van deze richtlijn toe bij de uitvoering van de in Richtlijn 2009/73/EG en Richtlijn (EU) 2019/944 omschreven taken met betrekking tot hun beslissingen betreffende het beheer van gas- en elektriciteitsinfrastructuur, waaronder hun beslissingen over nettarieven. Naast het energie-efficiëntie-eerstbeginsel kunnen de nationale energiereguleringsinstanties rekening houden met kostenefficiëntie, systeemefficiëntie en voorzieningszekerheid, en marktintegratie, met inachtneming van de klimaatdoelstellingen van de Unie en duurzaamheid, zoals vastgelegd in artikel 18 van Verordening (EU) 2019/943 en in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 715/2009.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat de beheerders van transmissie- en distributiesystemen voor gas en elektriciteit het energie-efficiëntie-eerstbeginsel overeenkomstig artikel 3 van deze richtlijn toepassen in hun besluiten inzake netplanning, netontwikkeling en investeringen. De nationale reguleringsinstanties of andere aangewezen nationale instanties verifiëren of de door transmissiesysteembeheerders en distributiesysteembeheerders gebruikte methoden alternatieven in de kosten-batenanalyse beoordelen en rekening houden met de bredere voordelen van energie-efficiëntieoplossingen, flexibiliteit aan de vraagzijde en investeringen in activa die bijdragen tot klimaatmitigatie. De nationale reguleringsinstanties en andere aangewezen instanties verifiëren ook de toepassing van het energie-efficiëntie-eerstbeginsel door de transmissiesysteembeheerders of distributiesysteembeheerders bij de goedkeuring, verificatie of monitoring van hun projecten en netontwikkelingsplannen uit hoofde van artikel 22 van Richtlijn 2009/73/EG en artikel 32, lid 3, en artikel 51 van Richtlijn (EU) 2019/944. De nationale regulerende instanties kunnen methoden en richtsnoeren verstrekken voor de beoordeling van alternatieven in de kosten-batenanalyse, in nauwe samenwerking met de transmissie- en distributiesysteembeheerders, die belangrijke technische deskundigheid kunnen delen.
3.
De lidstaten zorgen ervoor dat transmissie- en distributiesysteembeheerders netverliezen monitoren en het totale volume ervan kwantificeren en, indien dit technisch en financieel haalbaar is, de netten optimaliseren en de efficiëntie ervan verbeteren. De transmissie- en distributiesysteembeheerders stellen de nationale energiereguleringsinstantie in kennis van deze maatregelen en van de verwachte energiebesparing als gevolg van de vermindering van netverliezen. De lidstaten zorgen ervoor dat transmissie- en distributienetbeheerders energie-efficiëntieverbeteringsmaatregelen beoordelen met betrekking tot hun bestaande transmissie- of distributiesystemen voor gas of elektriciteit en de energie-efficiëntie bij het ontwerp en de exploitatie van de infrastructuur verbeteren, met name wat betreft de invoering van slimme netwerken. De lidstaten moedigen de transmissie- en distributiesysteembeheerders door middel van op stimulansen gebaseerde regelgeving aan innovatieve oplossingen te ontwikkelen om de energie-efficiëntie van bestaande en toekomstige systemen te verbeteren, overeenkomstig de tariefbeginselen van artikel 18 van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 13 van Verordening (EG) nr. 715/2009.
4.
De nationale energiereguleringsinstanties nemen in hun jaarverslag overeenkomstig artikel 41 van Richtlijn 2009/73/EG en overeenkomstig artikel 59, lid 1, punt i), van Richtlijn (EU) 2019/944 een specifiek hoofdstuk op over de vooruitgang die is geboekt bij de energie-efficiëntieverbetering met betrekking tot het beheer van de gas- en elektriciteitsinfrastructuur. In die verslagen verstrekken de nationale energiereguleringsinstanties een beoordeling van de algehele efficiëntie bij het beheer van de gas- en elektriciteitsinfrastructuur, de door de transmissie- en distributiesysteembeheerders uitgevoerde maatregelen en, indien van toepassing, aanbevelingen voor energie-efficiëntieverbeteringen, waaronder kostenefficiënte alternatieven die het piekverbruik en het algemene elektriciteitsverbruik verminderen.
5.
De lidstaten zorgen ervoor dat, wat elektriciteit betreft, netregulering en nettarieven voldoen aan de criteria van bijlage XIII en recht doen aan de netwerkcodes en -richtsnoeren die zijn opgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2019/943 en de verplichting van artikel 59, lid 7, punt a), van Richtlijn (EU) 2019/944 om het mogelijk te maken dat de noodzakelijke investeringen in de netten op zodanige wijze worden uitgevoerd dat deze investeringen de levensvatbaarheid van de netten kunnen waarborgen.
6.
De lidstaten kunnen onderdelen van regelingen en tariefstructuren met een sociale doelstelling voor netgebonden energietransport en -distributie toestaan, mits de verstorende effecten voor het transport- en distributienet tot het nodige minimum beperkt blijven en niet onevenredig zijn ten opzichte van de sociale doelstelling.
7.
De nationale reguleringsinstanties heffen de prikkels in de transport- en distributietarieven op die de energie-efficiëntie aantasten bij de productie, het transport, de distributie en de levering van elektriciteit en gas. De lidstaten zorgen ervoor dat het infrastructuurontwerp en de werking van de bestaande infrastructuur efficiënt zijn, overeenkomstig Verordening (EU) 2019/943, en dat de tarieven vraagrespons mogelijk maken.
8.
De transmissie- en de distributiesysteembeheerders voldoen aan bijlage XIV.
9.
Indien nodig kunnen de nationale reguleringsinstanties de transmissie- en de distributiesysteembeheerders ertoe verplichten om de vestiging van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling dicht bij het gebied van de warmtevraag aan te moedigen door de aansluitingskosten en de kosten voor systeemgebruik te verlagen.
10.
De lidstaten kunnen producenten van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling die aansluiting op het net wensen, toestaan een openbare aanbesteding voor de aansluitingswerkzaamheden uit te schrijven.
11.
Bij de rapportage krachtens Richtlijn 2010/75/EU overwegen de lidstaten, onverminderd artikel 9, lid 2, van die richtlijn, informatie te verschaffen over het energie-efficiëntieniveau van installaties die brandstof stoken met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer, rekening houdend met de beste beschikbare technieken die in overeenstemming met Richtlijn 2010/75/EU zijn ontwikkeld.