Einde inhoudsopgave
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie
Artikel 40
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2013
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2014.
- Bronpublicatie:
22-10-2013, PbEU 2013, L 287 (uitgifte: 29-10-2013, regelingnummer: 1023/2013)
- Inwerkingtreding
01-11-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2013, PbEU 2013, L 287 (uitgifte: 29-10-2013, regelingnummer: 1023/2013)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De ambtenaar in vaste dienst kan bij wijze van uitzondering en op eigen verzoek in het genot worden gesteld van verlof zonder bezoldiging om redenen van persoonlijke aard.
1 bis.
Tijdens het verlof om redenen van persoonlijke aard blijft artikel 12 ter van toepassing. Aan een ambtenaar wordt geen toestemming krachtens artikel 12 ter toegekend voor de uitoefening van een al dan niet bezoldigde beroepsbezigheid die lobbyen of belangenbehartiging jegens zijn instelling inhoudt en zou kunnen leiden tot het bestaan of de mogelijkheid van een conflict met de legitieme belangen van de instelling.
2.
Onverminderd artikel 15 is de duur van het verlof beperkt tot een jaar. Het verlof kan worden verlengd.
Een verlenging kan telkens ten hoogste een jaar bedragen. Het verlof om redenen van persoonlijke aard mag over de gehele loopbaan van de ambtenaar in totaal niet meer dan 12 jaar bedragen.
Indien de ambtenaar evenwel om het verlof heeft verzocht om:
- i)
een kind te kunnen opvoeden dat in de zin van artikel 2, lid 2, van bijlage VII als te zijnen laste komend wordt beschouwd en dat in ernstige mate mentaal of lichamelijk gehandicapt is, hetgeen door de raadgevend arts van de instelling is erkend, en dat ononderbroken toezicht of verzorging behoeft; of
- ii)
zijn echtgenoot, die eveneens ambtenaar of ander personeelslid van de Unie is, te kunnen volgen wanneer deze wegens zijn werkzaamheden op een zodanige afstand van de standplaats van de betrokkene moet gaan wonen dat het aldaar vestigen van de gemeenschappelijke echtelijke woonplaats de betrokkene moeilijkheden zou veroorzaken bij het verrichten van zijn werkzaamheden; of
- iii)
zijn echtgenoot, een bloedverwant in opgaande of in neergaande lijn, of een broer of zuster bij te staan in geval van een ernstige ziekte of een handicap, naar behoren gestaafd door een medisch attest,
kan het verlof onbeperkt worden verlengd zolang bij elke verlenging nog de omstandigheid bestaat die de toekenning van het verlof rechtvaardigde.
3.
Gedurende het verlof van de ambtenaar neemt zijn salaris-anciënniteit niet toe en komt hij niet in aanmerking voor bevordering; hij neemt geen deel aan het stelsel van sociale zekerheid, bedoeld in de artikelen 72 en 73, en de daaronder vallende risico's zijn niet gedekt.
De ambtenaar die geen winstgevende beroepsbezigheid uitoefent, kan evenwel, wanneer hij daartoe uiterlijk in de maand volgende op het begin van het verlof om redenen van persoonlijke aard een verzoek indient, in aanmerking blijven komen voor de in die artikelen bedoelde dekking, mits hij de bijdragen voor de dekking van de in artikel 72, lid 1, respectievelijk artikel 73, lid 1, bedoelde risico's te zijnen laste neemt en wel voor de helft tijdens het eerste jaar van het verlof om redenen van persoonlijke aard en in haar geheel tijdens de resterende duur van dit verlof. Hij kan echter niet tegen de in artikel 73 bedoelde risico's worden verzekerd als hij niet in aanmerking komt voor verzekering tegen de in artikel 72 bedoelde risico's. De bijdragen worden berekend op de grondslag van het laatste basissalaris van de ambtenaar. Bovendien kan de ambtenaar die aantoont dat hij geen pensioenrechten kan verwerven bij een ander pensioenstelsel, wanneer hij hierom verzoekt, nieuwe pensioenrechten blijven verwerven gedurende ten hoogste een jaar, mits hij een bijdrage te zijnen laste neemt die gelijk is aan het driedubbele van het in artikel 83, lid 2, bedoelde percentage; de bijdragen worden berekend op de grondslag van het basissalaris van de ambtenaar dat aan diens rang en salaristrap is verbonden.
4.
Verlof om redenen van persoonlijke aard is aan de volgende regels onderworpen:
- a)
het wordt op verzoek van de betrokkene door het tot aanstelling bevoegde gezag verleend;
- b)
verlenging dient twee maanden voor het verstrijken van de lopende verlofperiode te worden aangevraagd;
- c)
de ambtenaar kan in zijn ambt worden vervangen;
- d)
na het verstrijken van het verlof om redenen van persoonlijke aard moet de ambtenaar bij de eerste vacature worden herplaatst in een tot zijn functiegroep behorend ambt dat met zijn rang overeenkomt, mits hij de voor dit ambt vereiste geschiktheid bezit. Indien hij het hem aangeboden ambt weigert, behoudt hij, onder dezelfde voorwaarde, het recht om bij de tweede vacature te worden herplaatst in een tot zijn functiegroep behorend ambt dat met zijn rang overeenkomt; indien hij ten tweeden male weigert, kan hij, nadat de Paritaire Commissie is geraadpleegd, ambtshalve worden ontslagen. Tot de datum van zijn daadwerkelijke herplaatsing of van zijn detachering blijft de ambtenaar met verlof om redenen van persoonlijke aard zonder bezoldiging.