Einde inhoudsopgave
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 16-05-2008
- Redactionele toelichting
Bron: geconsolideerde versie (14-05-2008) op eur-lex.europa.eu.
- Bronpublicatie:
14-05-2008, PbEU 2008, L 127 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 420/2008)
- Inwerkingtreding
16-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2008, PbEU 2008, L 127 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 420/2008)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De ambtenaar die zich kandidaat wenst te stellen voor een openbaar ambt, stelt het tot aanstelling bevoegde gezag daarvan in kennis. Het tot aanstelling bevoegde gezag besluit of de betrokkene, gelet op het belang van de dienst:
- a)
om verlof om redenen van persoonlijk aard moet verzoeken,
- b)
jaarlijks verlof moet opnemen,
- c)
toestemming kan krijgen om deeltijds te werken, of
- d)
zijn functie op dezelfde wijze kan blijven vervullen.
2.
Wanneer een ambtenaar in een openbaar ambt wordt verkozen of benoemd, stelt hij het tot aanstelling bevoegde gezag daarvan onmiddellijk in kennis. Het tot aanstelling bevoegde gezag neemt, met inachtneming van het belang van de dienst, het gewicht van het ambt, de verplichtingen die daaruit voortvloeien en de bezoldiging en de kostenvergoeding die daaraan verbonden zijn, een van de in lid 1 genoemde besluiten. De periode waarvoor verlof om redenen van persoonlijke aard wordt toegekend, of toestemming wordt gegeven om deeltijds te werken, is gelijk aan de periode van de ambtstermijn van de betrokken ambtenaar.