Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1060 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid
Artikel 50 Verantwoordelijkheden van begunstigden
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU L, 2024/90587).
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1060)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1060)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Financiering
1.
Begunstigden en instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren, erkennen de steun uit de fondsen, met inbegrip van middelen die overeenkomstig artikel 62 worden hergebruikt, voor de concrete actie door:
- a)
op de officiële website van de begunstigde, voor zover die bestaat, en op socialemediasites een korte beschrijving van de concrete actie — in verhouding tot de ontvangen steun — op te nemen, met inbegrip van het doel en de resultaten ervan, en daarbij de nadruk te leggen op de financiële steun van de Unie;
- b)
te zorgen voor een verklaring waarin op goed zichtbare wijze de aandacht wordt gevestigd op de steun van de Unie op documenten en communicatiemateriaal over de uitvoering van de concrete actie, bedoeld voor het publiek of voor deelnemers;
- c)
duidelijk zichtbaar voor het publiek duurzame platen of borden met het embleem van de Unie overeenkomstig de technische kenmerken in bijlage IX te plaatsen, zodra de materiële uitvoering van een met materiële investeringen gepaard gaande concrete actie van start gaat of het aangekochte materiaal is geïnstalleerd, met betrekking tot:
- i)
concrete acties met steun uit het EFRO en het Cohesiefonds waarvoor de totale kosten meer bedragen dan 500 000 EUR;
- ii)
concrete acties met steun uit het ESF+, het JTF, het EFMZVA, het AMIF, het ISF of het BMVI waarvoor de totale kosten meer bedragen dan 100 000 EUR;
- d)
voor concrete acties die niet onder punt c) vallen, ten minste één affiche van minstens A3-formaat of een equivalent elektronisch display duidelijk zichtbaar voor het publiek aan te brengen met informatie over de concrete actie waarbij de aandacht wordt gevestigd op de steun uit de fondsen; Indien de begunstigde een natuurlijke persoon is, zorgt deze er zo veel mogelijk voor dat passende informatie, waarin nadrukkelijk op de steun uit de fondsen wordt gewezen, wordt verstrekt op een plaats die zichtbaar is voor het publiek of via een elektronisch display;
- e)
voor concrete acties van strategisch belang en concrete acties waarvan de totale kosten meer bedragen dan 10 000 000 EUR, een communicatie-evenement of -activiteit, naargelang het geval, te organiseren en de Commissie en de verantwoordelijke beheerautoriteit daar tijdig bij te betrekken.
Indien de ESF+-begunstigde een natuurlijke persoon is, of voor concrete acties die worden gesteund in het kader van de in artikel 4, lid 1, punt m), van de ESF+-verordening beschreven specifieke doelstelling, geldt het in punt d) van de eerste alinea bepaalde vereiste niet.
In afwijking van de eerste alinea, punten c) en d), kunnen, voor door het AMIF, het ISF en het BMVI ondersteunde concrete acties, in het document waarin de steunvoorwaarden zijn vastgelegd, specifieke voorschriften voor het afficheren van informatie over de steun uit de fondsen worden opgenomen indien dit gerechtvaardigd is om redenen van veiligheid en openbare orde, overeenkomstig artikel 69, lid 5.
2.
Voor fondsen voor kleinschalige projecten voldoet de begunstigde aan de verplichtingen van artikel 36, lid 5, van de Interreg-verordening.
Voor financieringsinstrumenten zorgt de begunstigde er via de contractuele voorwaarden voor dat de eindontvangers aan de vereisten van lid 1, punt c), voldoen.
3.
Indien de begunstigde de in artikel 47 of in dit artikel, leden 1 en 2, vermelde verplichtingen niet nakomt en er geen corrigerende maatregelen zijn genomen, treft de beheerautoriteit maatregelen, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel, door maximaal 3 % van de steun uit de fondsen aan de betrokken concrete actie in te trekken.