Einde inhoudsopgave
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie
Artikel 78
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2013
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2014.
- Bronpublicatie:
22-10-2013, PbEU 2013, L 287 (uitgifte: 29-10-2013, regelingnummer: 1023/2013)
- Inwerkingtreding
01-11-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2013, PbEU 2013, L 287 (uitgifte: 29-10-2013, regelingnummer: 1023/2013)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Overeenkomstig de artikelen 13 tot en met 16 van bijlage VIII heeft de ambtenaar recht op een invaliditeitsuitkering wanneer hij blijvend invalide wordt, en deze invaliditeit als volledig wordt beschouwd, waardoor het hem niet mogelijk is werkzaamheden te verrichten die met een ambt van zijn functiegroep overeenkomen.
Artikel 52 is van overeenkomstige toepassing op degenen die een invaliditeitsuitkering ontvangen. Indien de ontvanger van een invaliditeitsuitkering met pensioen gaat voordat hij de leeftijd van 66 jaar heeft bereikt en zonder de maximale pensioenrechten te hebben opgebouwd, zijn de algemene regels betreffende ouderdomspensioen van toepassing. Het bedrag van het pensioen wordt berekend op basis van het basissalaris dat behoort bij de rang en de salaristrap waarin de betrokken ambtenaar was ingedeeld op het ogenblik dat hij invalide werd verklaard.
De invaliditeitsuitkering bedraagt 70 % van het laatste basissalaris van de ambtenaar. Zij mag evenwel niet minder bedragen dan het minimum voor levensonderhoud.
De invaliditeitsuitkering wordt betaald uit pensioenbijdragen die op basis van die uitkering worden berekend.
Indien de invaliditeit het gevolg is van een ongeval tijdens of in verband met de dienst, van een beroepsziekte of van een daad van zelfopoffering in het algemeen belang of ten gevolge van het feit dat hij zijn leven heeft gewaagd om een mensenleven te redden, mag de invaliditeitsuitkering niet minder bedragen dan 120 % van het minimum voor levensonderhoud. In dat geval komt daarnaast de gehele bijdrage in de pensioenregeling ten laste van de begroting van instelling of het orgaan als bedoeld in artikel 1 ter.