Einde inhoudsopgave
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie
Artikel 81 bis
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2013
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2014.
- Bronpublicatie:
22-10-2013, PbEU 2013, L 287 (uitgifte: 29-10-2013, regelingnummer: 1023/2013)
- Inwerkingtreding
01-11-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2013, PbEU 2013, L 287 (uitgifte: 29-10-2013, regelingnummer: 1023/2013)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Ongeacht alle andere bepalingen en met name die betreffende de minimumbedragen voor de rechthebbenden op een overlevingspensioen, mag het totale bedrag van de overlevingspensioenen, vermeerderd met de gezinstoelagen en verminderd met de belasting en de andere verplichte inhoudingen, waarop de weduwe en de andere rechthebbenden aanspraak kunnen maken, niet meer bedragen dan:
- a)
in geval van overlijden van een ambtenaar die zich in één der in artikel 35 genoemde standen bevond, het bedrag van het basissalaris waarop de betrokkene in dezelfde rang en salaristrap recht zou hebben gehad wanneer hij in leven was gebleven, vermeerderd met de gezinstoelagen die hem in dat geval zouden zijn uitgekeerd en na aftrek van de belasting en de andere verplichte inhoudingen;
- b)
voor de periode na de datum waarop de onder a) bedoelde ambtenaar de 66-jarige leeftijd zou hebben bereikt, het bedrag van het ouderdomspensioen waarop de betrokkene wanneer hij in leven was gebleven vanaf deze datum recht zou hebben gehad in dezelfde rang en salaristrap welke hij bij zijn overlijden had bereikt, vermeerderd met de gezinstoelagen die aan de betrokkene zouden zijn uitgekeerd en verminderd met de belasting en de andere verplichte inhoudingen;
- c)
in geval van overlijden van een gewezen ambtenaar die recht had op een ouderdoms- of invaliditeitsuitkering , het bedrag van het pensioen waarop de betrokkene wanneer hij in leven was gebleven recht zou hebben gehad, vermeerderd en verminderd overeenkomstig het bepaalde onder b);
- d)
in geval van overlijden van een gewezen ambtenaar die zijn dienst vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd heeft beëindigd en verzocht heeft in het genot te worden gesteld van een tot de eerste dag van de kalendermaand, volgende op die waarin hij de pensioengerechtigde leeftijd zou hebben bereikt, uitgesteld ouderdomspensioen, het bedrag van het ouderdomspensioen waarop de betrokkene wanneer hij in leven was gebleven op de pensioengerechtigde leeftijd recht zou hebben gehad, vermeerderd en verminderd overeenkomstig het bepaalde onder b);
- e)
in geval van overlijden van een ambtenaar of een gewezen ambtenaar die op de dag van zijn overlijden in het genot was van een vergoeding zoals bedoeld in artikel 41, 42 quater of 50 van het Statuut, artikel 5 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68, artikel 3 van Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 2530/72, artikel 3 van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1543/73, artikel 2 van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 2150/82 of artikel 3 van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1679/ 85, het bedrag van de vergoeding waarop de betrokkene wanneer hij in leven was gebleven recht zou hebben gehad, vermeerderd en verminderd overeenkomstig het bepaalde onder b);
- f)
voor de periode na de datum waarop de onder e) bedoelde gewezen ambtenaar niet langer recht op de vergoeding zou hebben gehad, het bedrag van het ouderdomspensioen waarop de betrokkene wanneer hij in leven was gebleven recht zou hebben gehad, indien hij op die datum aan de leeftijdsvoorwaarden had voldaan om gepensioneerd te worden, vermeerderd en verminderd overeenkomstig het bepaalde onder b).
2.
Voor de toepassing van lid 1 blijven eventuele aanpassingscoëfficiënten op de verschillende bedragen buiten beschouwing.
3.
De maximumbedragen als bepaald in lid 1, onder a) tot en met f), worden onder de rechthebbenden op het overlevingspensioen verdeeld naar gelang van de rechten die zij ongeacht het bepaalde in lid 1 zouden hebben gehad.
Artikel 82, lid 1, tweede en derde alinea, is van toepassing op de uit deze verdeling voortvloeiende bedragen.