Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 383 tervicies Risicogewichtsubklassen voor het aandelenrisico
Geldend
Geldend vanaf 09-07-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2025.
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Inwerkingtreding
09-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De risicogewichten voor de deltagevoeligheden voor de risicofactor contante aandelenkoersen zijn identiek voor alle aandelenrisicoblootstellingen binnen elke subklasse in tabel 1, en zijn als volgt:
Nummer subklasse | Marktkapitalisatie | Economie | Sector | Risicogewicht voor contante aandelenkoers |
---|---|---|---|---|
1 | Groot | Opkomende economie | Consumentengoederen en -diensten, vervoer en opslag, administratieve en ondersteunende diensten, gezondheidszorg, nutsvoorzieningen | 55 % |
2 | Telecommunicatie, industrieproducten | 60 % | ||
3 | Basismaterialen, energie, landbouw, be- en verwerkende industrie, winning van delfstoffen | 45 % | ||
4 | Financiële instellingen, met inbegrip van door de overheid gesteunde financiële instellingen, onroerendgoedactiviteiten, technologie | 55 % | ||
5 | Geavanceerde economie | Consumentengoederen en -diensten, vervoer en opslag, administratieve en ondersteunende diensten, gezondheidszorg, nutsvoorzieningen | 30 % | |
6 | Telecommunicatie, industrieproducten | 35 % | ||
7 | Basismaterialen, energie, landbouw, be- en verwerkende industrie, winning van delfstoffen | 40 % | ||
8 | Financiële instellingen, met inbegrip van door de overheid gesteunde financiële instellingen, onroerendgoedactiviteiten, technologie | 50 % | ||
9 | Klein | Opkomende economie | Alle onder de subklassen 1, 2, 3 en 4 beschreven sectoren | 70 % |
10 | Geavanceerde economie | Alle onder de subklassen 5, 6, 7 en 8 beschreven sectoren | 50 % | |
11 | Andere sector | 70 % | ||
12 | Groot | Geavanceerde economie | Gekwalificeerde indexen | 15 % |
13 | Andere | Gekwalificeerde indexen | 25 % |
2.
Voor de toepassing van lid 1 van dit artikel wordt in de in artikel 325 septquinquagies, lid 7, bedoelde technische reguleringsnormen nader bepaald wat onder een kleine en een grote marktkapitalisatie moet worden verstaan.
3.
Voor de toepassing van lid 1 van dit artikel wordt in de in artikel 325 terquadragies, lid 3, bedoelde technische reguleringsnormen nader bepaald wat onder een opkomende en een geavanceerde economie moet worden verstaan.
4.
Om een risicoblootstelling aan een sector toe te wijzen, maken de instellingen gebruik van een doorgaans op de markt gehanteerde classificatie voor het groeperen van emittenten per bedrijfstak. De instellingen wijzen elke emittent aan één van de in lid 1, tabel 1, vermelde sectorale subklassen toe en wijzen alle emittenten uit dezelfde bedrijfstak aan dezelfde sector toe. Risicoblootstellingen van emittenten die een instelling niet op deze wijze aan een sector kan toewijzen, worden aan subklasse 11 toegewezen. Multinationale of in meerdere sectoren actief zijnde emittenten van aandelen worden op basis van de belangrijkste regio en sector waarin de emittent van aandelen opereert, aan een bepaalde subklasse toegewezen.
5.
De risicogewichten voor het aandelenvegarisico worden vastgesteld op 78 % voor de subklassen 1 tot en met 8 en subklasse 12, en op 100 % voor alle overige subklassen.