Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1244
Feitelijke aanranding eerbaarheid. Gelet op de omstandigheden waaronder verdachte in de bil van aangeefster heeft geknepen, is sprake is van een ‘ontuchtige handeling’. Mogelijkheid grap en handelen ‘in opwelling van vreugde’ vanwege vrijlating, doen daaraan niet af.
HR 06-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2061
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 november 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.J.A. van Dorst, M.J. Borgers
- Zaaknummer
17/01739
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2061, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1255, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑09‑2018
Essentie
Feitelijke aanranding eerbaarheid. Gelet op de omstandigheden waaronder verdachte in de bil van aangeefster heeft geknepen, is sprake is van een ‘ontuchtige handeling’. Mogelijkheid grap en handelen ‘in opwelling van vreugde’ vanwege vrijlating, doen daaraan niet af.
Partij(en)
6 november 2018
Strafkamer
nr. S 17/01739
MD/CB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 22 maart 2017, nummer 23/004325-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. Het gerechtshof Amsterdam heeft bij arrest van 22 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.