RvdW 2018/1258
Prejudiciële spoedprocedure. Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Europees aanhoudingsbevel. Procedures van overlevering tussen de lidstaten. Voorwaarden voor tenuitvoerlegging. Recht op toegang tot een onafhankelijk en onpartijdig gerecht.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
25 juli 2018
- Magistraten
K. Lenaerts, A. Tizzano, R. Silva de Lapuerta, M. Ilešič, J.L. da Cruz Vilaça, J. Malenovský, E. Levits, C.G. Fernlund, A. Borg Barthet, J.-C. Bonichot, A. Arabadjiev, S. Rodin, F. Biltgen, C. Lycourgos, E. Regan
- Zaaknummer
C-216/18 PPU
- Conclusie
A-G Tanchev
- Roepnaam
Minister for Justice and Equality (Défaillances du système judiciaire)
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
- Brondocumenten
Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 25‑07‑2018
ECLI:EU:C:2018:517, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2018
- Wetingang
Art. 47 Handvest Grondrechten EU; art. 1 lid 3 Kaderbesluit 2002/584/JBZ
Essentie
LM
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court (rechter in eerste aanleg, Ierland) bij beslissing van 23 maart 2018.
Prejudiciële spoedprocedure. Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Europees aanhoudingsbevel. Procedures van overlevering tussen de lidstaten. Voorwaarden voor tenuitvoerlegging. Recht op toegang tot een onafhankelijk en onpartijdig gerecht.
Art. 1 lid 3 Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, zoals gewijzigd bij Kaderbesluit 2009/299/JBZ van de Raad van 26 februari 2009, moet aldus worden uitgelegd dat wanneer de ...