Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/319
1. Bewijsklacht m.b.t. oogmerk op afpersing. 2. Bewijsklachten m.b.t. deelname aan criminele organisatie. Opzet en pleegperiode. 3. Schriftuur benadeelde partij. Ad 1. en 2. HR: art. 81 lid 1 RO. Ad 3. HR slaat geen acht op schriftuur b.p., omdat deze pas bij griffie HR is ingekomen nadat daartoe in wet gestelde termijn was verlopen. Samenhang met 20/00244 en 20/00122.
HR 15-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:362
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 maart 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
20/00225
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:362, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:149, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2022
Essentie
1. Bewijsklacht m.b.t. oogmerk op afpersing. 2. Bewijsklachten m.b.t. deelname aan criminele organisatie. Opzet en pleegperiode. 3. Schriftuur benadeelde partij. Ad 1. en 2. HR: art. 81 lid 1 RO. Ad 3. HR slaat geen acht op schriftuur b.p., omdat deze pas bij griffie HR is ingekomen nadat daartoe in wet gestelde termijn was verlopen. Samenhang met 20/00244 en 20/00122.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/00225
Datum 15 maart 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 januari 2020, nummer 21-001424-17, in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.