Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/324
Zware mishandeling door ander met stalen pijp tegen zijn gezicht te slaan n.a.v. ruzie tussen die ander en vader van verdachte. Noodweerexces, art. 41 lid 2 Sr. Is ’s hofs oordeel dat het handelen van verdachte niet geboden was ter noodzakelijke verdediging van zijn vader begrijpelijk? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 15-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:337
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 maart 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, C. Caminada
- Zaaknummer
20/02885
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:337, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:236, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑01‑2022
Essentie
Zware mishandeling door ander met stalen pijp tegen zijn gezicht te slaan n.a.v. ruzie tussen die ander en vader van verdachte. Noodweerexces, art. 41 lid 2 Sr. Is ’s hofs oordeel dat het handelen van verdachte niet geboden was ter noodzakelijke verdediging van zijn vader begrijpelijk? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/02885
Datum 15 maart 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 11 september 2020, nummer 22-002799-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.