Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/328
Mishandeling. Heeft verdachte bij uitvoering van ‘burgeraanhouding’ a.b.i. art. 53 lid 1 (oud) Sv grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit overschreden? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 15-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:372
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 maart 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/03872
- Conclusie
plv. A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:372, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:63, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑01‑2022
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/03872
Datum 15 maart 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 november 2020, nummer 21-002415-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie plv. A-G mr. P.M. Frielink:
1. Het cassatieberoep
1.1.
De verdachte is bij arrest van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.