Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/326
Medeplegen opzetheling (gestolen) auto, art. 416 lid 1 sub a Sr. Dat verdachte t.t.v. voorhanden krijgen van auto ‘wist’ dat het een door misdrijf verkregen goed betrof kan niet z.m. worden afgeleid uit ’s hofs bewijsvoering. Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 15-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:359
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 maart 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/03745
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:359, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1118, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2021
Essentie
Medeplegen opzetheling (gestolen) auto, art. 416 lid 1 sub a Sr. Dat verdachte t.t.v. voorhanden krijgen van auto ‘wist’ dat het een door misdrijf verkregen goed betrof kan niet z.m. worden afgeleid uit ’s hofs bewijsvoering. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/03745
Datum 15 maart 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 16 november 2020, nummer 23-000188-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
hierna: de verdachte.