Einde inhoudsopgave
Waarde en erfrecht (Publicaties vanwege het Centrum voor Notarieel Recht) 2008/5.8
5.8 De begrippen bij de legitieme portie (art. 4:63 e.v. BW)
prof. dr. mr. W. Burgerhart, datum 31-12-2007
- Datum
31-12-2007
- Auteur
prof. dr. mr. W. Burgerhart
- JCDI
JCDI:ADS620410:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Aan art. 4:90 lid 1 BW, handelend over de wijze van inkorting, en aan art. 4:91 lid 1 BW, betreffende stiefkinderen en de legitieme, zal ik in deze proeve geen aandacht besteden. De beide artikelen maken deel uit van afdeling 4.4.3, waarin – zoals deze en de volgende paragrafen zal worden betoogd – een objectieve waarderingsmaatstaf de boventoon voert, zij het dat de wetgever in art. 4:90 lid 1 ruimte heeft gemaakt voor een ‘redelijkheidsperceptie’. Zie ook paragraaf 10.
Aan art. 4:74 BW als zodanig zal ik in deze paragraaf geen aandacht besteden. Dat gebeurt, in het bijzonder voor wat betreft de in deze bepaling opgenomen ‘objecteisen’, in hoofdstuk 10, § 3.2.3 en § 4.3.
In relatieve zin bevat afdeling 4.3.3 (Legitieme portie) veruit de meeste bepalingen waarin het begrip waarde voorkomt. De betreffende bepalingen laten zich mijns inziens indelen al naar gelang het object waarvan de waarde bepaalt dient te worden.1
Ten eerste de bepalingen waarin de waarde van de nalatenschap ter vaststelling van de legitimaire massa aan de orde komt (art. 4:63 lid 1, 4:64 lid 1, 4:65 en 4:80 lid 2 BW).
Ten tweede de artikelleden waarin de waarde van een door erflater gedane gift een rol speelt (art. 4:66 leden 2 en 3, 4:70 lid 1, 4:75 leden 4 en 5 en 4:76 BW).
Ten derde de groep bepalingen waarin de waarde van een verkrijging krachtens erfrecht in de legitieme berekening betrokken wordt (art. 4:71, 4:72, 4:73 leden 1 en 2, 4:74 leden 1 en 2, 4:75 leden 1 en 5 en 4:76 BW).2
Voor de goede orde zij nog maar eens opnieuw opgemerkt dat in de legitiemeregeling de waarde een centrale rol vervult, maar een wettelijke invulling van dat begrip achterwege is gebleven. Parlementaire geschiedenis en doctrine brengen mij hopelijk verder. Voor de behandeling van het waardebegrip in afdeling 4.3.3 BW zal ik in de volgende paragrafen de hiervoor gegeven indeling aanhouden.
5.8.1 Waarde van de nalatenschap ter vastelling van de legitimaire massa5.8.1.1 Resumé5.8.2 Waarde van de toe te rekenen giften5.8.3 Waarde van de toe te rekenen ‘verkrijging krachtens erfrecht’