Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/24.4.10.3:24.4.10.3 Verkapte winstuitkering (buitenvennootschappelijk winstrecht) als vergoeding
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/24.4.10.3
24.4.10.3 Verkapte winstuitkering (buitenvennootschappelijk winstrecht) als vergoeding
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS369397:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Hoewel een vennoot per definitie recht heeft op een aandeel in de winst van een vennootschap, is het mogelijk, dat dezelfde vennoot los daarvan prestaties tegen vergoeding verricht jegens de vennootschap. De vennootschap kan deze vergoeding betalen in een bedrag aan contanten, maar het is even goed denkbaar dat de vennootschap de vennoot in ruil voor de verrichte prestaties een (aanvullend) winstrecht geeft. Dat aanvullende winstrecht vloeit dan niet voort uit de loutere eigendom van de deelneming in de vennootschap, maar uit de prestaties, die de vennoot aan de vennootschap heeft verricht. Slechts wanneer een winstrecht het loutere gevolg is van een deelneming in een personenvennootschap, vormt het winstrecht mijns inziens niet de vergoeding voor een prestatie. Vloeit het winstrecht voort uit een andere relatie dan de vennootschappelijke band tussen vennootschap en vennoot (“buitenvennootschappelijk winstrecht”), dan is het winstrecht mogelijk de vergoeding voor een aan de heffing van btw onderworpen prestatie. Een buitenvennootschappelijk winstrecht zal in beginsel als de vergoeding voor een aan de btw onderworpen handeling zijn aan te merken. De problematiek is vergelijkbaar met die in het kader van een “onzuivere inbreng” (zie: paragraaf 24.4.8.2). Vanuit een zuiver wetenschappelijk oogpunt, zal het onbelastbare deel van het belastbare deel moeten worden onderscheiden. In de btw staat echter de subjectieve maatstaf van heffing voorop. Het identificeren van een vergoeding binnen een besmette winstuitkering zal telkens moeten geschieden aan de hand van de specifieke feiten en omstandigheden van het geval. Het is niet mogelijk om een besmette winstuitkering te ontleden door gebruik te maken van een objectieve maatstaf van heffing of op “at arms length” gelijkende methoden.