Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/:Verhandeling
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/
Verhandeling
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS366945:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Komt een fiscale eenheid tussen een vennoot en een personenvennootschap tot stand, dan is in fiscaal opzicht sprake van een meervoudige entiteit. Deze meervoudige entiteit (die bestaat uit de betreffende vennoot en de vennootschap) voldoet dan aan de kenmerken van het tweede archetype van samenwerkingsverbanden (zie deel II, hoofdstuk 10). Tussen de vennoot en de personenvennootschap, die de fiscale eenheid vormen, kunnen zich geen belastbare handelingen voordoen. In het navolgende laat ik de eventualiteit van een fiscale eenheid buiten beschouwing. Ik acht het belangrijker in te gaan op de meer principiële vragen die de relatie tussen de vennoten onderling en de relatie tussen de vennoten en de personenvennootschap oproept.
Afgezien dus van een eventuele fiscale eenheid is de personenvennootschap op zichzelf een samenwerkingsverband van het derde archetype (zie deel II, hoofdstuk 10). De naar buiten toe optredende personenvennootschap als entiteit, kan een van de vennoten te onderscheiden belastingplichtige zijn. Dit fenomeen heb ik reeds gesignaleerd bij beleggingsfondsen (zie hoofdstuk 23). Dit verschijnsel maakt de personenvennootschap, net als het beleggingsfonds, anders dan de overige in de vorige hoofdstukken besproken samenwerkingsvormen. Kenmerkend voor het hier aan de orde zijnde derde archetype van samenwerking is, dat zich naast de vier transacties tussen de participanten onderling, die zich ook bij het eerste archetype samenwerking voordoen, er bij dit type handelingen denkbaar zijn, waarbij het samenwerkingsverband als entiteit partij is. Het betreft zes extra handelingen en daarmee zes extra transacties. Derden kunnen jegens de personenvennootschap handelingen verrichten (in onderstaand schema weergegeven met het cijfer 5) en de personenvennootschap kan handelingen jegens derden verrichten (weergegeven met het cijfer 6). De vennoten kunnen transacties buiten het kader van de samenwerking om (als derden) jegens de personenvennootschap verrichten (weergegeven met het cijfer 7), maar zij kunnen dit ook binnen het kader van de vennootschap doen (weergegeven met het cijfer 8). Omgekeerd is het denkbaar, dat de personenvennootschap als entiteit, buiten het kader van de samenwerking, (als derden) handelingen verricht jegens de vennoten (weergegeven met het cijfer 9), maar ook binnen het kader van de samenwerking (weergegeven met het cijfer 10).
Figuur 55. Archetype III. Personenvennootschap
In de volgende subparagrafen ga ik nader in op elk van deze tien transacties. Met name de transacties 7, 8, 9 en 10, die handelingen inhouden in de relatie vennoot – vennootschap, verdienen nadere aandacht. Omdat er op objectniveau geen verschil bestaat tussen personenvennootschappen en feitelijke samenwerkingsverbanden, bespreek ik in het navolgende slechts de personenvennootschappen. Hetgeen geldt voor de personenvennootschappen, heeft in dit verband mutatis mutandis ook te gelden voor feitelijke samenwerkingsverbanden.