Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/24.4.6:24.4.6 Handelingen van de personenvennootschap jegens derden
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/24.4.6
24.4.6 Handelingen van de personenvennootschap jegens derden
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS365733:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De handelingen die een personenvennootschap onder bezwarende titel jegens derden verricht, zijn aan de heffing van btw onderworpen, indien de personenvennootschap een belastingplichtige is voor de btw. Niet de vennoten zijn in beeld, doch het is de vennootschap die de belastbare handeling geacht wordt te verrichten. Ook het recht op aftrek van voorbelasting moet op het niveau van de vennootschap worden beoordeeld. Zijn de handelingen jegens derden belast, dan heeft de vennootschap in beginsel recht op aftrek van voorbelasting, indien de gemaakte kosten toerekenbaar zijn aan deze belaste handelingen jegens derden.
Net zoals ten aanzien van handelingen van derden jegens de vennootschap geldt, geldt ten aanzien van handelingen van de vennootschap jegens derden, dat het uiteindelijk de vennoten zijn die de handelingen feitelijk moeten verrichten. Er zijn dus handelingen van de vennoten nodig om tot handelingen van de vennootschap jegens derden te komen. Slechts wanneer de vennoten de vennootschap vertegenwoordigen, kan de vennootschap handelingen verrichten. Op het moment dat een vennoot “als orgaan” van de vennootschap jegens een derde opereert, verricht de vennoot daarmee een handeling jegens de vennootschap. Deze onderlinge handeling tussen vennoot en vennootschap binnen het kader van de samenwerking komt zowel voor wat betreft de belastbaarheid van de handelingen als voor wat betreft het recht op aftrek van voorbelasting aan de orde in paragraaf 24.4.8.
Zoals ik ook in paragraaf 24.4.3 heb aangegeven, moet bedacht worden dat een vennoot tegelijkertijd in méér dan één hoedanigheid op kan treden. Een vennoot die, handelend als een orgaan, de vennootschap vertegenwoordigt, kan zulks doen uit hoofde van zijn inbrengverplichting (als kapitaalverschaffer) of zulks doen omdat hij een contract met de vennootschap heeft gesloten om bepaalde handelingen voor de vennootschap tegen een afzonderlijke vergoeding te verrichten (als een onafhankelijke derde). Voor wat betreft de handelingen van de vennootschap jegens derden doet dit er weinig toe. Bepalend is of de handelingen jegens derden aan de vennootschap kunnen worden toegerekend.