De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd
Einde inhoudsopgave
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/8.8.2:8.8.2 Vragen over politieke of godsdienstige gezindheid
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/8.8.2
8.8.2 Vragen over politieke of godsdienstige gezindheid
Documentgegevens:
mr. R.F. Kötter, datum 30-09-2010
- Datum
30-09-2010
- Auteur
mr. R.F. Kötter
- JCDI
JCDI:ADS386024:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
BAG Urt. v. 22.9.1961-1 AZR 241/60 — AP Nr. 15 zu § 123 BGB.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vragen naar politieke of godsdienstige gezindheid zijn in beginsel niet toegestaan. Indien het lidmaatschap van een bepaalde politieke partij van wezenlijk belang is in verband met de uit te oefenen functie, kan dat anders liggen. Hetzelfde geldt voor het behoren tot een bepaalde geloofsgroep of het aanhangen van een levensovertuiging.
Als de godsdienstige gezindte of levensovertuiging voor het vervullen van de functie van wezenlijk belang is, mag daarnaar worden gevraagd. Zo kan bijvoorbeeld aan een sollicitant voor de functie van koster in een katholieke kerk worden gevraagd of hij katholiek is.
De begrippen godsdienst en levensovertuiging moeten blijkens de rechtspraak niet al te ruim worden geïnterpreteerd. Het behoren tot de Scientology Kerk wordt bijvoorbeeld niet gezien als het aanhangen van een godsdienst of levensovertuiging.1