Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/787
Rechtspersonenrecht. Schuldeiser niet-ontvankelijk in verzet als bedoeld in art. 2:23b lid 5 BW tegen rekening en verantwoording en plan van verdeling vanwege verjaring van de gestelde vordering uit onrechtmatige daad? Art. 81 RO.
HR 24-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ1685
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 juni 2011
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
10/05072
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BQ1685
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ1685, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ1685, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑04‑2011
Essentie
Rechtspersonenrecht. Schuldeiser niet-ontvankelijk in verzet als bedoeld in art. 2:23b lid 5 BW tegen rekening en verantwoording en plan van verdeling vanwege verjaring van de gestelde vordering uit onrechtmatige daad? Art. 81 RO.
Partij(en)
[Verzoeker], te [woonplaats], verzoeker tot cassatie, adv.: mr. P. Garretsen,
tegen
[Verweerster] in liquidatie, voorheen te [vestigingsplaats], verweerster in cassatie, adv.: mr. W.P. den Hertog.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Timmerman:
1.
Via een tijdig ingediend verzoekschrift is [verzoeker] in cassatie gekomen van de beschikking van het hof Arnhem van 23 augustus 2010.1. Het hof heeft in die beschikking de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.