Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/700
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Machtiging tot voortgezet verblijf. Nawerking voorafgaande machtiging? Art. 48 lid 1, onder b, Wet Bopz.
HR 29-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:964
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 mei 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
20/00338
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:964, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:387, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2020
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/00338
Datum 29 mei 2020
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene], wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: N.C. van Steijn,
tegen
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT ROTTERDAM,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de officier van justitie,
niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.L.C.C. Lückers:
1. Feiten en procesverloop
1.1
In cassatie kan van het volgende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.