Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/359
Beroep op onrechtmatige aanhouding en art. 359 lid 2 Sv
HR 19-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1383
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 februari 2013
- Magistraten
Mrs. A.J. van Dorst, J. de Hullu, N. Jörg
- Zaaknummer
12/02353
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- LJN
BZ1383
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ1383, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑02‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ1383, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑06‑2012
- Wetingang
Essentie
De klacht dat het hof in strijd met art. 359 lid 2 Sv heeft verzuimd in het bijzonder de redenen op te geven waarom het is afgeweken van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt van de verdediging dat de verdachte bij gebreke van een vermoeden van schuld onrechtmatig is aangehouden en dat dit dient te leiden tot bewijsuitsluiting van de schoensporen en het vergelijkend spoor van de schroevendraaier die in de auto zijn aangetroffen, stuit af op de omstandigheid dat het hier een verweer betreft als bedoeld in art. 359a lid 1 Sv.
Partij(en)
Arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.