Einde inhoudsopgave
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/11.6.3.3
11.6.3.3 De rechter neemt de zaak niet in behandeling
M.W. Knigge, datum 24-10-2012
- Datum
24-10-2012
- Auteur
M.W. Knigge
- JCDI
JCDI:ADS385937:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie over deze uitspraak Merrett 2006, p. 324-325. Het gaat om The Quartz Hi// Conso/idated Go/d Mining Company v Eyre (1883) 11 QBD 674, CA.
Union Discount Co Ltd v Zo//er [2002] 1 W.L.R. 1517, CA, m.n. nr. 17, p. 1523-1524.
Union Discount Co Ltd v Zo//er [2002] 1 W.L.R. 1517, CA, nr. 19, p. 1524.
Zie Union Discount Co Ltd v Zo//er [2002] 1 W.L.R. 1517, CA, nr. 10, p. 1520-1522, waar Lord Schiemann de uitspraak Berry v British Transport Commission [1962] 1 QB 306, CA bespreekt.
Union Discount Co Ltd v Zo//er [2002] 1 W.L.R. 1517, CA, nr. 25, p. 1525.
Union Discount Co Ltd v Zo//er [2002] 1 W.L.R. 1517, CA, nr. 21-24, p. 1524-1525.
Union Discount Co Ltd v Zo//er [2002] 1 W.L.R. 1517, CA, nr. 31, p. 1526.
Union Discount Co Ltd v Zo//er [2002] 1 W.L.R. 1517, CA, nr. 32, p. 1526.
Union Discount Co Ltd v Zo//er [2002] 1 W.L.R. 1517, CA, nr. 35, p. 1526.
Union Discount Co Ltd v Zo//er [2002] 1 W.L.R. 1517, CA, nr. 18, p. 1524.
Union Discount Co Ltd v Zo//er [2002] 1 W.L.R. 1517, CA, nr. 36, p. 1527.
Yeo & Tan 2003, p. 410-411; zie ook Union Discount Co Ltd v Zo//er [2002] 1 W.L.R. 1517, CA, nr. 31, p. 1526.
Nationa/ Westminster Bank P/c v Rabobank Neder/and [2007] WL 1292702, QBD, nr. 439, nr. 441; Yeo & Tan 2003, p. 411-412; Briggs 2008, nr. 8.18, p. 309, nr. 8.22, p. 311. Zie ook North Cohen & Wessel 2001, p. 68, die benadrukken dat de regels omtrent kosten heel anders van aard zijn dan de regels omtrent schadevergoeding.
Tan & Yeo 2003, p. 440; Merrett 2006, p. 326; zie ook A/S D/S Svendborg D/S Af !9!2 A/S Bodies Corporate trading in partnership as 'Maersk Sea/and' v Akar [2003] EWHC 797, QBD, nr. 37.
Zie over het Engelse systeem van begroting van proceskosten nader par. 11.6.2.1.
Nationa/ Westminster Bank P/c v Rabobank Neder/and [2008] 1 Lloyd's Rep. 16, QBD, nr. 20, p. 23.
Nationa/ Westminster Bank P/c v Rabobank Neder/and [2008] 1 Lloyd's Rep. 16, QBD, nr. 25, p. 25. Of inderdaad als regel van Engelse recht heeft te gelden dat de begroting van de kosten in een dergelijk geval plaats dient te vinden op grond van de'indemnity basis' staat met deze uitspraak nog niet vast. Zie in dit verband Cv D [2007] 2 C.L.C. 930, QBD, nr. 31-32, p. 944-945; Briggs 2008, p. 306, nr. 8.11, voetnoot 21.
Zo ook, m.b.t. het Duitse recht, Schlosser 2007, p. 121-123.
Zie hierover Van der Wiel 2004, p. 310-311.
Zo ook, m.b.t. het Duitse recht, Schlosser 2007, p. 122-123.
Zie ook Tan & Yeo 2003, p. 441; Union Discount Co Ltd v Zo//er [2002] 1 W.L.R. 1517, CA, nr. 21-24, p. 1524-1525.
Zie ook Van der Wiel 2005, p. 324.
Zie ook Kuypers 2008, p. 264.
Inleiding
Indien de buitenlandse rechter de zaak niet in behandeling neemt op grond van een bevoegdheidsovereenkomst, zal de schade met name bestaan uit de proceskosten die de verweerder in de buitenlandse procedure heeft moeten maken. Wil deze schade voor vergoeding in aanmerking komen, dan zal in ieder geval vast moeten komen te staan dat ook naar Nederlands internationaal privaatrecht sprake is van een geldige bevoegdheidsovereenkomst. Bovendien zal moeten worden bewezen dat partijen ook verbintenissen in het leven hebben geroepen.
Als vast komt te staan dat tussen partijen inderdaad sprake is van een geldige bevoegdheidsovereenkomst waaruit de verbintenis voortvloeit om niet in het buitenland te procederen, is het de vraag of de proceskosten die de verweerder in het buitenland heeft gemaakt voor vergoeding in aanmerking komen. Vloeien uit de procesrechtelijke context bezwaren voort die aan toekenning van schadevergoeding in de weg staan? Het is bovendien de vraag of daarbij nog van belang is, dat in het buitenland reeds een gedeeltelijke proceskostenveroordeling is toegekend. In de Engelse rechtspraak en literatuur is uitgebreid op deze problematiek ingegaan.
Engels recht
Voor de vraag of een partij naar Engels recht vergoeding kan vorderen van de proceskosten die zij in een buitenlandse procedure heeft moeten maken wegens schending van een bevoegdheidsovereenkomst, is met name het arrest Union Discount Co Ltd v Zo//er van de Court of Appeal van belang. In deze zaak had Union Cal bij de rechter in New York een succesvol beroep gedaan op onbevoegdheid wegens het bestaan van een exclusieve forumkeuze voor de Engelse rechter. Daarbij had Union Cal niet om een kostenveroordeling gevraagd, omdat naar het recht van de staat New York in deze omstandigheden een dergelijke veroordeling niet mogelijk was. In plaats daarvan was Union Cal naar de Engelse rechter gestapt om deze kosten vergoed te krijgen.
In de Engelse procedure namen beide partijen als uitgangspunt dat schending van een overeenkomst tot forumkeuze in principe recht geeft op schadevergoeding. Zoller c.s. voerden echter wel verschillende (beleids)argumenten aan, die eraan in de weg zouden staan dat proceskosten als schadevergoeding gevorderd zouden kunnen worden.
Van belang daarbij was met name het in Engeland geldende gesloten stelsel van proceskostenveroordeling. Op grond van de uitspraak Quartz Hi// Conso/idated Go/d Mining Co v Eyre (hierna: Quartz Hill) geldt dat indien een partij haar kosten niet vergoed heeft gekregen in de oorspronkelijke civiele procedure, zij deze niet als schadevergoeding kan vorderen in een aparte procedure.1 Het was de vraag of deze regel ook toegepast diende te worden indien de oorspronkelijke procedure in het buitenland is gevoerd. Lord Schiemann overweegt in Union Discount Co Ltd v Zo//er dat dit ongetwijfeld het geval is indien de vordering van de eisende partij enkel berust op het feit dat zij in de oorspronkelijke procedure heeft gewonnen en haar wederpartij dus ten onrechte tegen haar heeft geprocedeerd. In dat geval lijdt zij namelijk 'damnum sine injuria', schade die niet het gevolg is van onrecht dat haar is aangedaan. Indien een partij echter een procedure in het buitenland is begonnen in strijd met een overeenkomst tot forumkeuze, bestaat er een aparte grondslag waarop schadevergoeding kan worden gebaseerd. In dat geval is er immers sprake van contractbreuk.2 Er is geen jurisprudentie die ertoe dwingt aan te nemen dat ook in een dergelijk geval een aparte vordering tot schadevergoeding uitgesloten is. Lord Schiemann acht het arrest Quartz Hill dus niet rechtstreeks van toepassing op dit geval. Het is volgens hem wel nodig om te kijken of er wellicht beleidsoverwegingen zijn die tot de conclusie dwingen dat schadevergoeding in dit geval moet worden. 3geweigerd.
In dit verband is ten eerste het uitgangspunt van belang dat gerechten moeten voorkomen dat zij tweemaal uitspraak doen met betrekking tot dezelfde kwestie. Dit is ook de reden die ten grondslag ligt aan de regel uit Quartz Hill.4 Door Lord Schiemann wordt er echter op gewezen dat in dit geval geen sprake is van twee keer een beslissing op hetzelfde punt. De vordering tot schadevergoeding in de tweede procedure is immers gebaseerd op een eigen, van de vordering in de eerste procedure losstaande grondslag.5
Namens Zoller c.s. was verder een beroep gedaan op 'comity', het internationale wederzijdse respect dat landen elkaar verschuldigd zijn. Iedere staat kiest zijn eigen kostenregime op grond van bepaalde beleidsoverwegingen. Het zou in strijd zijn met 'comity' om het Engelse kostenregime op te dringen aan een ander land. Lord Schiemann verwerpt dit argument. Hij ziet geen reden waarom een buitenlands gerecht beledigd zou kunnen zijn vanwege het feit dat een andere staat schadevergoeding toekent wegens schending van een forumkeuze, nadat dit gerecht zelf zich op deze grond onbevoegd heeft verklaard.6 Lord Schiemann wijst er daarnaast op dat partijen een forumkeuze voor de Engelse rechter zijn overeengekomen. Deze keuze kan mede zijn ingegeven door het kostenregime dat Engeland kent. Een partij moet niet kunnen ontsnappen aan dit kostenregime door in het buitenland te gaan procederen.7
Een argument tegen het toekennen van schadevergoeding is nog dat voorkomen moet worden dat te vaak enkel over kosten geprocedeerd wordt. De faciliteiten van een staat zouden moeten worden ingezet om centrale vragen te behandelen, in plaats van bijkomende punten. Zogenaamde 'parasitic litigation' zou vermeden moeten worden. Lord Schiemann wijst erop dat hoewel dit standpunt aantrekkelijk lijkt, bedacht moet worden dat procedures over kosten soms kunnen gaan om grotere belangen dan in andere procedures aan de orde zijn.8
Aangenomen wordt in deze zaak kortom dat er geen beleidsoverwegingen zijn die aan schadevergoeding in de weg staan. Wel van belang is dat deze uitspraak sterk beperkt is tot de feiten van het geval. Lord Schiemann overweegt dat aangezien schadevergoeding wegens niet-nakoming van een overeenkomst tot forumkeuze een geheel nieuw terrein is, voorzichtigheid gewenst is.9 Hij benadrukt dat de regels van het gerecht van New York slechts in uitzonderlijke omstandigheden proceskostenverhaal mogelijk maken en dat in dit geval ook geen proceskostenveroordeling is uitgesproken.10 Of schadevergoeding ook kan worden toegekend indien het buitenlandse forum we/ een met Engeland vergelijkbaar kostenregime kent of indien een gedeelte van de kosten daadwerkelijk is toegewezen, wordt in Union Discount Co Ltd v Zo//er uitdrukkelijk in het midden gelaten.11
In latere jurisprudentie en in de literatuur wordt echter aangenomen dat ook in deze gevallen schadevergoeding kan worden toegekend.12 Het zou er niet toe doen welk kostensysteem het buitenlandse forum kent. Partijen kunnen immers een forum hebben gekozen juist met het doel om de kostensystemen van andere fora te vermijden.13 Bovendien wordt het beginsel van volledige schadeloosstelling niet aan de kant gezet door het feit dat een partij een alternatief rechtsmiddel ter beschikking staat.14 Ook het feit dat in het buitenland reeds een kostenveroordeling is uitgesproken, staat niet aan schadevergoeding in de weg. Er is geen sprake van 'issue estoppel', aangezien deze kostenveroordeling is gebaseerd op een geheel andere grondslag: terwijl de kostenveroordeling door de buitenlandse rechter berust op het feit dat de procedure door de betreffende partij gewonnen is, berust de schadevergoeding door de Engelse rechter op schending van de bevoegdheidsover-eenkomst.15 Het feit dat de buitenlandse rechter al kosten heeft toegewezen, is enkel van invloed op de hoogte van de schade.16
Indien een partij met succes de bevoegdheid van een buitenlandse rechter heeft betwist, komen haar proceskosten naar Engels recht dus voor vergoeding in aanmerking. In de zaak Nationa/ Westminster Bank P/c v Rabobank Neder/and werd door de Commercial Court bovendien geoordeeld dat de begroting van deze kosten in die zaak diende te geschieden op de 'indemnity basis'. Dit betekende dat alle kosten, voor zover zij op redelijke wijze zijn toegebracht en redelijk in hoogte zijn, voor vergoeding in aanmerking kwamen.17 Volgens de rechter in deze zaak, Colman, zijn de proceskosten die een partij maakt om te voorkomen dat een procedure in strijd met een overeenkomst doorgezet wordt, redelijkerwijs voorzienbaar, zodat zij op het eerste gezicht voor vergoeding in aanmerking komen.18 Omdat de partij een afzonderlijke grondslag voor haar vordering kan aanvoeren, is er geen reden waarom zij gebonden zou zijn aan de normale regels voor de begroting van proceskosten en niet haar volledige schade vergoed zou kunnen krijgen.19
Naar Engels recht kan een partij haar proceskosten kortom als schadevergoeding vorderen op grond van schending van een bevoegdheidsovereenkomst indien zij met succes de bevoegdheid van de buitenlandse rechter heeft betwist. Het feit dat het buitenlandse gerecht een proceskostenveroordeling heeft uitgesproken, is enkel relevant voor de vaststelling van de hoogte van de schade. Beide vorderingen berusten namelijk op een verschillende grondslag.
Beoordeling
Ook naar Nederlands recht kan worden aangenomen dat, indien een buitenlandse rechter zich onbevoegd heeft verklaard op grond van een bevoegdheidsovereenkomst, de proceskosten die de wederpartij in deze procedure heeft gemaakt voor vergoeding in aanmerking komen. Het feit dat in het buitenland reeds een proceskostenveroordeling is uitgesproken, is geen bezwaar. Zoals bij de bespreking van het Engelse recht is gebleken, berusten beide vorderingen op een verschillende grondslag. De buitenlandse proceskostenveroordeling zal over het algemeen gebaseerd zijn op het feit dat de verweerder de procedure heeft gewonnen en dus niet op het feit dat het voeren van de procedure ongeoorloofd was. Aan de vordering tot schadevergoeding ligt daarentegen de niet-nakoming van de verbintenis uit bevoegdheidsovereenkomst ten grondslag.20 Uiteraard is het wel zo dat dezelfde kosten niet tweemaal vergoed kunnen worden, zodat de buitenlandse proceskostenveroordeling wel relevant is voor de hoogte van de schadevergoeding.21 In uitzonderingsgevallen zal een buitenlandse proceskostenveroordeling wel aan een vordering tot schadevergoeding in de weg staan. Dit is het geval indien in het buitenland bij de proceskostenveroordeling reeds rekening is gehouden met de contractschending, zodat niet langer gezegd kan worden dat de vordering in Nederland op een andere grondslag berust.22
Als bezwaar tegen het vergoeden van proceskosten die in de buitenlandse procedure zijn gemaakt, kan niet worden aangevoerd dat dit van gebrek aan respect voor de buitenlandse rechter zou getuigen of dat hierdoor inbreuk wordt gemaakt op zijn rechtsmacht. De toekenning van schadevergoeding is immers geheel in overeenstemming met het oordeel van deze rechter dat hij onbevoegd is.23
Als bezwaar tegen het toekennen van een vergoeding voor proceskosten wordt in Engeland nog aangevoerd dat zogenaamde 'parasitic litigation' vermeden moet worden. Inderdaad is het niet erg wenselijk dat er te veel procedures enkel over proceskosten gevoerd worden.24 Zoals in paragraaf 11.6.2.1 is aangegeven, is dit onvoldoende om vergoeding van proceskosten te weigeren indien sprake is van schending van een verbintenis uit overeenkomst. Juist indien een partij in het buitenland heeft moeten procederen, kunnen de proceskosten hoog zijn. Daarnaast bevordert het toekennen van schadevergoeding de nakoming van bevoegdheidsovereenkomsten. Een partij zal minder snel een procedure voor een onbevoegde rechter aanhangig maken, bijvoorbeeld in de hoop dat haar wederpartij geen beroep op onbevoegdheid zal doen, indien het gevaar bestaat dat zij alle proceskosten van haar wederpartij zal moeten vergoeden.25
De procesrechtelijke context brengt kortom geen bezwaren mee die aan vergoeding van buitenlandse proceskosten in de weg staan. Deze kosten komen in principe dan ook volledig voor vergoeding in aanmerking. Het gaat daarbij om alle proceskosten die in de buitenlandse procedure zijn gemaakt, voor zover deze kosten niet reeds in het buitenland vergoed zijn, het redelijk was deze kosten te maken en ook de omvang van de kosten redelijk is.