RvdW 2022/1029
Wvggz. Klachtprocedure. Zorgmachtiging onder meer voor opnemen in accommodatie; indicatiebesluit o.g.v. Wet langdurige zorg voor beschermd wonen in accommodatie; zorgmachtiging voor gedwongen opnemen blijft vereist. Verzoek tot schadevergoeding; ontvankelijkheid in cassatie.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 november 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/01870
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1582, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:831, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑05‑2022
- Wetingang
Art. 8:7, 10:7, 10:9 Wvggz
Essentie
Wvggz. Klachtprocedure. Zorgmachtiging onder meer voor opnemen in accommodatie; indicatiebesluit o.g.v. Wet langdurige zorg voor beschermd wonen in accommodatie; zorgmachtiging voor gedwongen opnemen blijft vereist. Verzoek tot schadevergoeding; ontvankelijkheid in cassatie.
Samenvatting
De Wet langdurige zorg geeft een verzekerde recht op de in een indicatiebesluit vastgestelde zorg, waartoe kan behoren verblijf in een instelling. Het indicatiebesluit strekt niet tot het verlenen van verplichte zorg. Na afloop van de in de zorgmachtiging opgenomen termijn van vier maanden voor het opnemen in een accommodatie heeft betrokkene verzocht om opheffing van de verplichte zorg, welk verzoek ...