Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/1049
Poging tot uitvoer van hennep en hasjiesj uit Nederland, art. 3 onder A Opiumwet. 1. Inhoud bewijsmiddel niet in arrest (van enkelvoudige kamer hof). 2. Toereikend gemotiveerde beslissing op uitdrukkelijk onderbouwd standpunt m.b.t. bestemming van drugs (België)? 3. Bewezenverklaring ten onrechte niet als poging gekwalificeerd? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 01-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1488
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 november 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/04959
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1488, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:895, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑10‑2022
Essentie
Poging tot uitvoer van hennep en hasjiesj uit Nederland, art. 3 onder A Opiumwet. 1. Inhoud bewijsmiddel niet in arrest (van enkelvoudige kamer hof). 2. Toereikend gemotiveerde beslissing op uitdrukkelijk onderbouwd standpunt m.b.t. bestemming van drugs (België)? 3. Bewezenverklaring ten onrechte niet als poging gekwalificeerd? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/04959
Datum 1 november 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 16 november 2021, nummer 22-000669-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.