Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/1031
Hof kon vrijheidsbeperkende maatregel van 38v Sr opleggen, nu een deel van de feiten is begaan op of na 1 april 2012.
HR 01-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1564
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 november 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/04172
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1564, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:759, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑08‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑08‑2021
- Wetingang
Essentie
Hof kon vrijheidsbeperkende maatregel van 38v Sr opleggen, nu een deel van de feiten is begaan op of na 1 april 2012.
Samenvatting
Nu is bewezenverklaard dat verdachte met de aangeefsters in de periodes van 1 december 2008 t/m 30 september 2012, respectievelijk 9 september 2004 t/m 31 december 2012 meermalen ontucht heeft gepleegd, het hof dit telkens heeft gekwalificeerd als meermalen gepleegd en uit de bewijsvoering kan worden afgeleid dat een aantal van die feiten is begaan op of na 1 april 2012, kon het hof de vrijheidsbeperkende maatregel van art. 38v Sr opleggen. Vervolg op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.