Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1140
Lokaalvredebreuk. Wederrechtelijk vertoeven in de zin van art. 138 lid 1 Sr. De verdachte was niet langer welkom in het hotel waar hij — tegen betaling — verbleef.
HR 29-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1547
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/02172
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1547, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:563, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑01‑2019
- Wetingang
Essentie
Lokaalvredebreuk. Wederrechtelijk vertoeven in de zin van art. 138 lid 1 Sr. De verdachte was niet langer welkom in het hotel waar hij — tegen betaling — verbleef.
Samenvatting
Het niet voldoen door de betrokkene aan een eerste tot hem gerichte vordering van (of vanwege) de rechthebbende van een woning, besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, die ertoe strekt dat die betrokkene zich verwijdert, levert in beginsel — tenzij blijkt van bijzondere omstandigheden die tot een ander ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.