Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1139
OM-cassatie. ’s Hofs oordeel dat OM niet-ontvankelijk is wegens strijd met beginselen goede procesorde ontoereikend gemotiveerd. Toetsingskader.
HR 29-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1633
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/00803
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS168890:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Staatsrecht / Grondrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1633, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:495, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2018
- Wetingang
Art. 138 lid 1 Sr; art. 167 lid 1 Sv
Essentie
OM-cassatie. ’s Hofs oordeel dat het OM niet-ontvankelijk is in de vervolging wegens strijd met de beginselen van een goede procesorde is ontoereikend gemotiveerd. Toetsingskader.
Samenvatting
OM-cassatie. Slechts in uitzonderlijke gevallen is plaats voor een niet-ontvankelijkverklaring van het OM in de vervolging wegens strijd met de beginselen van een goede procesorde (vgl. HR 6 november 2012, NJ 2013/109, m.nt. Schalken, en HR 2 juli 2013, NJ 2013/563, m.nt. Van Kempen). Het hof heeft geoordeeld dat het OM niet-ontvankelijk is in de vervolging van de verdachte op de grond dat het uitvaardigen van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.