Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1148
Ontucht met minderjarige dochter, art. 245 Sr. Klachten met betrekking tot 1. ondervragingsrecht (art. 6 EVRM) nu hof verklaringen van aangeefster voor het bewijs heeft gebezigd, terwijl verdachte haar in geen enkel stadium van het geding heeft kunnen (doen) ondervragen, en 2. bewijsvoering (onvoldoende steunbewijs; unus testis). HR: art. 81 RO.
HR 29-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1641
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/00468
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1641, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1092, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑09‑2019
Essentie
Ontucht met minderjarige dochter, art. 245 Sr. Klachten met betrekking tot 1. ondervragingsrecht (art. 6 EVRM) nu hof verklaringen van aangeefster voor het bewijs heeft gebezigd, terwijl verdachte haar in geen enkel stadium van het geding heeft kunnen (doen) ondervragen, en 2. bewijsvoering (onvoldoende steunbewijs; unus testis). HR: art. 81 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/00468
Datum 29 oktober 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 20 december 2017, nummer 22/002967-16, in de strafzaak
tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.