Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1130
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Kinderalimentatie; niet-wijzigingsbeding; nietig? Analoge toepassing art. 1:159 lid 3 BW indien beding geldig?
HR 01-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1689
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 november 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/02398
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1689, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:846, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:797, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑08‑2019
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Kinderalimentatie; niet-wijzigingsbeding; nietig? Analoge toepassing art. 1:159 lid 3 BW indien beding geldig?
Samenvatting
Voor zover een niet-wijzigingsbeding met betrekking tot kinderalimentatie inhoudt of ertoe strekt dat een toename van de draagkracht van een onderhoudsplichtige of van de behoefte van het kind niet kan leiden tot een hogere kinderalimentatie, is dit beding nietig op grond van art. 3:59 BW in verbinding met art. 3:40 lid 1 BW. Die inhoud of strekking is in strijd met de dwingendrechtelijke bepaling dat iedere ouder ten minste ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.