Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1164
Wederspannigheid. Bewijsklacht t.a.v. ‘ambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun bediening’. Afwijzing verzoek tot oplegging geldboete in termijnen. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 05-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1706
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 november 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/03839
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1706, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1131, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑09‑2019
Essentie
Wederspannigheid. Bewijsklacht t.a.v. ‘ambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun bediening’. Afwijzing verzoek tot oplegging geldboete in termijnen. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/03839
Datum 5 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 19 juni 2018, nummer 23/000121-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Keulen:
1. De verdachte is bij arrest van 19 juni 2018 door het Gerechtshof Amsterdam wegens ‘wederspannigheid’ veroordeeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.