NJ 2013/563
Vervolging coffeeshop en ontvankelijkheid OM na bestuurlijke gedogen.
HR 02-07-2013, ECLI:NL:HR:2013:7, m.nt. P.H.P.H.M.C. van Kempen (Checkpoint)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 juli 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, W.F. Groos, Y. Buruma, J. Wortel, N. Jörg
- Zaaknummer
12/01359
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Noot
P.H.P.H.M.C. van Kempen
- LJN
BZ6654
- Roepnaam
Checkpoint
- JCDI
JCDI:ADS96994:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:7, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑07‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ6654, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑10‑2012
- Wetingang
Essentie
Coffeeshop Checkpoint.
1. Verdachte kon aan het uitblijven van bestuursrechtelijke en eerdere strafvorderlijke maatregelen ter beëindiging van het stelselmatig overtreden van de aan verdachtes coffeeshop gestelde voorwaarden, niet het gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen dat hij niet (verder) zou worden vervolgd ter zake misdrijven van de Opiumwet.
2. De strafrechter mag de vervolgingsbeslissing niet ten volle toetsen. De officier van justitie kan uitsluitend niet-ontvankelijk worden verklaard als geen redelijk oordelend lid van het OM tot het instellen of voortzetten van die vervolging had kunnen besluiten. Daarvan was geen sprake, nu het ernstige Opiumwetdelicten betrof en verdachte zich ervan bewust was ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.