Einde inhoudsopgave
Arbeidsomstandighedenregeling
Artikel 8.18 Bijzondere lichtsignalen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
06-12-2006, Stcrt. 2006, 252 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: ARBO/A&V/2006/99971)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2006, Stcrt. 2006, 252 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: ARBO/A&V/2006/99971)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid re-integratie (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Wanneer een voorziening een continu en een intermitterend signaal kan uitzenden, wordt het intermitterende signaal gebruikt om ten opzichte van het continue signaal aan te geven dat het gaat om een situatie die een groter gevaar inhoudt of waarbij de gewenste of verplichte interventie of actie met grotere spoed moet worden uitgevoerd.
2.
Wanneer een intermitterend lichtsignaal wordt gebruikt in plaats of ter completering van een geluidssignaal, is de code van het signaal identiek.
3.
Een voorziening om een lichtsignaal uit te zenden in geval van groot gevaar, wordt speciaal in het oog gehouden of uitgerust met een reservelamp.
4.
De duur en de frequentie van de flitsen van een intermitterend lichtsignaal zijn zodanig dat:
- a.
de boodschap van het signaal goed wordt begrepen, en
- b.
er voorkomen wordt dat verwarring ontstaat tussen verschillende lichtsignalen of tussen een continu en een intermitterend lichtsignaal.