Een nieuwe visie op de afstamming
Einde inhoudsopgave
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/3.9:3.9 Gameten- of embryodonatie en draagmoederschap
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/3.9
3.9 Gameten- of embryodonatie en draagmoederschap
Documentgegevens:
mr. P.A.W. Kuijper, datum 24-01-2014
- Datum
24-01-2014
- Auteur
mr. P.A.W. Kuijper
- JCDI
JCDI:ADS394402:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Bij acceptatie van het voorstel van donatie bij notariële akte met het daaraan gekoppelde van rechtswege verkrijgen van het juridisch ouderschap, zou ook het tweede probleem van het draagmoederschap zijn opgelost. Het eerste probleem was al opgelost; immers, de vrouw die een daad verricht met haar eigen, natuurlijke, eicel met de bedoeling tot een nakomeling te komen, wordt van rechtswege de juridische moeder, volkomen los van het feit dat deze bevruchte eicel in de baarmoeder van een andere vrouw wordt gebracht. Op het moment van de conceptie had de eerste vrouw wel en de tweede vrouw, de draagmoeder, niet de intentie om moeder te worden. Hoewel de geschiedenis duidelijk heeft gemaakt dat er voldoende vrouwen zijn om voor anderen een kind te dragen en te baren, blijft een negatieve beeldvorming het draagmoederschap achtervolgen.
Persoonlijk heeft de schrijver veel moeite met het feit dat zelfs bewindspersonen zich negatief uitlaten over deze daad van edelmoedigheid en de draagmoeder met een broedmachine vergelijken. Dit inspelen op onderbuikgevoelens verstoort naar zijn mening de visie om het draagmoederschap niet zoveel mogelijk te frustreren, zoals op dit ogenblik gebeurt, maar zoveel mogelijk te faciliteren, echter onder eenduidige voorwaarden.
Een geregelde facilitering zou veel juridische problemen zowel voor aanstaande ouders als voor hun kinderen wegnemen. Nota bene: dit beschikbaar stellen van de baarmoeder (beter ware de omschrijving: de bereidheid om een kind van een ander te dragen en te baren) moet ook bij het faciliteren ‘om niet’ gebeuren. Het feit dat men, zeker na het opheffen van het bordeelverbod, accepteert dat personen een deel van hun lichaam beschikbaar stellen voor geld, getuigt toch wel van enige hypocrisie. Zelfs de opmerking dat het hier het oudste beroep ter wereld betreft, vermag niet te overtuigen. Let wel: er wordt geen waardeoordeel over de prostitutie gegeven; er wordt hier alleen gesteld dat nogal selectief met bepaalde argumenten wordt omgegaan. Overigens zij hier nogmaals terloops opgemerkt dat het beroep van draagmoeder mogelijk niet zo oud is, maar wel al in het Oude Testament voorkomt. Het is bepaald een illusie dat dit de eerste of zelfs de enige keer was. Naast de prostitutie bestond vroeger ook het instituut van de min. Waarschijnlijk is nooit denigrerend over een ‘melkfabriek’ of zoiets gesproken. Waarom? Omdat de min gebruikt werd in de sociaal hogere kringen. Ook de min kreeg voor haar inzet een betaalde beloning.
Bij het opheffen van het bordeelverbod werden veel van dezelfde argumenten gebruikt, die ook nu weer iedere keer terugkeren in de discussie over het draagmoederschap, met name uitbuiting van de economisch zwakkeren, omdat men vermoedt dat men de financiële prikkel niet kan voorkomen. Dit is een vorm van doemdenken: men wil geen commercieel draagmoederschap. De verwachting of eigenlijk de gedachte is dat het draagmoederschap niet geldvrij kan worden gehouden, dus moet men het draagmoederschap zoveel mogelijk ontmoedigen. Bij een strikte regulering is de controle relatief eenvoudig. Het betreft geen tienduizenden gevallen en alle vrouwen behoeven voor de eerder beschreven vormen van draagmoederschap medische assistentie, omdat de embryotransfer geen zaak voor de doe-het-zelver is, in tegenstelling tot de reeds eerder vermelde zelfinseminatie.
Het hoogtechnologisch draagmoederschap zal slechts in bepaalde klinieken plaatsvinden.
Tot zover de wensmoeder, die gebruik maakt van haar eigen natuurlijke eicel en een draagmoeder. Voor alle duidelijkheid: een vrouw die via hoogtechnologisch draagmoederschap het bevruchte eitje, haar geschonken door een ander, in haar baarmoeder laat brengen (ook hier vindt dus embryotransfer plaats), is in de strikte zin van het woord geen draagmoeder, niet in de oorspronkelijke, maar ook niet in de voorgestelde regelgeving. Deze vrouw heeft een daad verricht of laten verrichten met haar geschonken erfelijk materiaal met het doel om zelf een nakomeling te krijgen. Na de geboorte is deze vrouw de juridische moeder en op grond van de baring ook de biologische moeder, maar niet de genetische moeder.
Neen, het probleem kan ontstaan, indien een vrouw haar eigen natuurlijke eicel laat bevruchten met het zaad van iemand anders dan haar partner met geen andere bedoeling dan deze vrucht na de geboorte ‘af te staan’ aan de wensouders. Op dit ogenblik is voor deze overdracht een uitgebreide en tijdrovende procedure nodig, waarbij afstand en adoptie de hoofdpunten zijn. In de uitgebreide literatuur is iedereen het erover eens dat dit niet in het belang van de afstandsmoeder (de term draagmoeder is in de huidige wettelijke context alleen aanwezig in art. 151b Sr), de wensouders en het kind is.
Op zich lijkt de oplossing van het probleem eenvoudig. Een man kan zijn spermatozoa doneren aan een zaadbank. Ook een vrouw kan haar oöcyten aan een eicelbank schenken. Een bloeddonor kan zijn bloed, na afname, geven aan de bloedbank en een orgaandonor kan een nog te verwijderen orgaan schenken aan de orgaanbank. De schenkingen worden pas effectief nadat de desbetreffende zaak onomkeerbaar is losgemaakt van haar oorsprong.
Van de vier hier genoemde schenkingen is de spermadonatie de minst ingewikkelde. Ook bij bloeddonatie is de ingreep, een medische, relatief klein. Bij eiceldonatie wordt de ingreep al complexer. Behalve hormoonstimulatie en echocontrole moeten ook puncties (aspiraties) worden uitgevoerd. En de ingewikkeldste procedure is natuurlijk de orgaandonatie. Men zou zich bij de eiceldonatie ook de situatie kunnen voorstellen, waarbij een vrouw een nog bij de ovulatie vrijkomend eitje al aan de ander schenkt, natuurlijk volgens het notariële schenkingsregime. Dit aan de wensmoeder, vóór de conceptie, geschonken eitje wordt, na de onomkeerbare losmaking van het ovarium, ergens in de eileider via KI met het zaad van de wensvader bevrucht. De eerstgenoemde vrouw heeft het eitje geschonken. De wensouders hebben de daden verricht met het doel een kind te krijgen. Na de geboorte worden de wensouders de juridische ouders. Voor de zuiverheid van de terminologie: de wensvader is de genetische en dus juridische vader, de wensmoeder is alleen de juridische moeder. Er is geen biologische moeder; de draagmoeder is nietde biologische en niet de genetische moeder; zij heeft namelijk niet de intentie gehad om met haar aan een ander geschonken erfelijk materiaal moeder te worden. Op zich is de rechtsfiguur van deze schenking niet zo uitzonderlijk. De schenking wordt effectief op het moment waarop een daadwerkelijke bevruchting heeft plaatsgevonden, dus vóór de geboorte; net zoals de prenatale erkenning en prenatale adoptie vóór de geboorte plaatsvinden en vanaf de geboorte gelden. Overbodig lijkt het te vermelden dat de wensvader bij het gebruik van donorzaad slechts de juridische vader wordt.