Einde inhoudsopgave
Verzamelwet sociale verzekeringen 2007
Artikel XII Wijziging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
Geldend
Geldend vanaf 23-12-2006
- Bronpublicatie:
30-11-2006, Stb. 2006, 703 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30682)
- Inwerkingtreding
23-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2006, Stb. 2006, 704 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:
- A.
Artikel 4, derde lid, komt te luiden:
3
Onder duurzaam wordt mede verstaan een medische situatie waarbij op lange termijn een geringe kans op herstel bestaat.
- B.
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het tweede lid wordt ‘bedoeld in artikel 83c van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen’ vervangen door: bedoeld in artikel 83i van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
- 2.
Het elfde lid komt te luiden:
11
Voor de toepassing van dit artikel wordt niet als loon beschouwd een uitkering:
- a.
op grond van de Werkloosheidswet, met uitzondering van een uitkering op grond van hoofdstuk IV van die wet;
- b.
op grond van hoofdstuk 7 van deze wet, met uitzondering van een uitkering aan de persoon die slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur;
- c.
op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 80%; of
- d.
die naar aard en strekking overeenkomt met een uitkering als bedoeld in onderdeel a, b of c.
- C.
Artikel 18, tweede lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
- b.
die Nederlander is en die is uitgezonden om werkzaamheden te verrichten voor door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan te wijzen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking;.
- Ca.
Artikel 21, vijfde lid, komt te luiden:
5
Op de WGA-uitkering, bedoeld in het derde lid, wordt, indien de persoon, die op grond van deze paragraaf verzekerd is, meer verdient dan zijn resterende verdiencapaciteit als bedoeld in artikel 60, vierde en vijfde lid, per kalendermaand in mindering gebracht: 0,7 × A × B/C waarbij:
A staat voor dat meerdere;
B staat voor het dagloon waarnaar de WGA-uitkering is berekend;
C staat voor het dagloon waarnaar de WGA-uitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
- D.
In artikel 23, zesde lid, wordt ‘en bij de aanvraag artikel 65 in acht is genomen’ vervangen door: en bij de aanvraag artikel 66 in acht is genomen.
- E.
Artikel 24, eerste lid, komt te luiden:
1
Na afloop van de wachttijd wordt het tijdvak, gedurende welke de verzekerde jegens zijn werkgever recht heeft op loon of bezoldiging, op gezamenlijk verzoek van de verzekerde en die werkgever door het UWV verlengd, tenzij:
- a.
artikel 29 of 29a, eerste of vierde lid, of artikel 76c, onderdeel a, van de Ziektewet van toepassing is, of
- b.
zwaarwegende omstandigheden zich daartegen verzetten.
- F.
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het negende lid, vervalt ‘in de eerste zin’ en wordt aan dat lid een zin toegevoegd, luidende: Het tijdvak bedoeld in de eerste zin, is ten hoogste 52 weken.
- 2.
In het tiende lid, wordt voor de zinsnede ‘zes weken voor de afloop van de wachttijd’ ingevoegd: uiterlijk.
- 3.
In het veertiende lid wordt ‘eindigt het tijdvak, bedoeld in het negende lid, zoveel weken eerder als de beschikking later is afgegeven’ vervangen door: eindigt het tijdvak zoveel eerder als de beschikking later is afgegeven.
- G.
In artikel 27, derde lid, wordt ‘op oproepen, vragen en onderzoeken door’ vervangen door: ten aanzien van.
- H.
In artikel 34, eerste lid, wordt ‘en wiens uitkering door het UWV wordt betaald’ vervangen door: die niet ten laste komt van een eigenrisicodrager.
- I.
Artikel 37, derde lid, vervalt onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot het derde tot en met vijfde lid.
- J.
Artikel 40, eerste lid komt te luiden:
1
Het UWV maakt per werkgever, die behoort tot een bij ministeriële regeling te bepalen categorie, het percentage werknemers van die werkgever dat in een kalenderjaar T recht heeft gekregen op een WGA-uitkering openbaar in jaar T+1. Dat percentage wordt als volgt berekend:
A / B
waarbij:
A staat voor het aantal werknemers dat in dienstbetrekking stond tot die werkgever, dat recht heeft gekregen op een WGA-uitkering in het jaar T; en
B staat voor het gemiddelde aantal werknemers dat in dienstbetrekking stond tot die werkgever gedurende het jaar T−2.
- K.
Aan hoofdstuk 5 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 46a. Niet meewerken aan medisch onderzoek vóór recht op uitkering
Indien voor het vaststellen van het recht op uitkering op grond van deze wet, in het kader van een aanvraag voor de toekenning van een uitkering op grond van deze wet, naar het oordeel van het UWV een medisch onderzoek nodig is en de betrokkene niet meewerkt aan dat onderzoek, blijven eventuele uit deze wet voortvloeiende aanspraken op een uitkering op grond van deze wet buiten aanmerking, voor zolang het recht op uitkering niet kan worden vastgesteld.
- L.
Artikel 52, eerste lid, komt te luiden:
1
Op de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt per kalendermaand in mindering gebracht:
0,7 × A × B/C waarbij:
A staat voor het in die kalendermaand verworven inkomen;
B staat voor het dagloon waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is berekend;
C staat voor het dagloon waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
- M.
Artikel 58, eerste lid, komt te luiden:
1
De verzekerde voldoet aan de referte-eis indien:
- a.
hij in 36 weken onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag na de dag waarop het recht op loon op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of bezoldiging op grond van hoofdstuk IV, vierde afdeling, van de Ziektewet of het recht op ziekengeld op grond van artikel 29 van de Ziektewet is geëindigd, in ten minste 26 weken als verzekerde arbeid heeft verricht;
- b.
hij onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van de wachttijd recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet; of
- c.
zijn recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd wegens het gaan verrichten van arbeid in dienstbetrekking en hij op de eerste dag van de wachttijd recht op herleving van die uitkering zou hebben gehad, indien hij op die dag geen recht had gekregen op ziekengeld als bedoeld in de Ziektewet.
- N.
Artikel 61 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid komt te luiden:
1
De loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering bedraagt per kalendermaand:
0,7 × (A−B × C/D) waarbij:
A staat voor het maandloon;
B staat voor het in de desbetreffende kalendermaand verworven inkomen;
C staat voor het dagloon waarnaar de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering is berekend;
D staat voor het dagloon waarnaar de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
- 2.
In het derde lid wordt ‘bedoeld in het twee lid’ vervangen door: bedoeld in het tweede lid.
- 3.
Het vierde lid komt te luiden:
4
De loonaanvullingsuitkering van de WGA-uitkering bedraagt voor de verzekerde die ten minste 50% van doch minder dan zijn overblijvende verdiencapaciteit benut, per kalendermaand: 0,7 × (E−F × G/H). Hierbij staat:
E voor het maandloon;
F voor de overblijvende verdiencapaciteit;
G voor het dagloon waarnaar de loonaanvullingsuitkering van de WGA-uitkering is berekend;
H staat voor het dagloon waarnaar de loonaanvullingsuitkering van de WGA-uitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
- 4.
In het vijfde lid wordt ‘0,7 × (C-D)’ vervangen door: 0,7 × (A−B × C/D).
- Na.
Artikel 61, eerste lid, komt met ingang van 1 januari 2008 te luiden:
1
De loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering bedraagt per kalendermaand:
- a.
0,75 × (A−B × C/D) over de eerste twee maanden waarin het recht op uitkering bestaat; en
- b.
0,7 × (A−B × C/D) vanaf de derde maand waarin het recht op uitkering bestaat. Hierbij staat:
A voor het maandloon;
B voor het in de desbetreffende kalendermaand verworven inkomen;
C voor het dagloon waarnaar de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering is berekend;
D voor het dagloon waarnaar de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
- O.
Aan artikel 62, eerste lid, worden twee zinnen toegevoegd, luidende:
Indien niet over een volledige kalendermaand recht op een uitkering bestaat bedraagt het minimumloon, bedoeld in de eerste zin, de uitkomst van het aantal dagen in de desbetreffende kalendermaand waarover recht op een uitkering bestaat gedeeld door het totaal aantal dagen in de desbetreffende kalendermaand vermenigvuldigd met het minimumloon. Bij het bepalen van het aantal dagen worden de zaterdagen en zondagen buiten beschouwing gelaten.
- P.
In artikel 77, vijfde lid, wordt ‘als omschreven in artikel 77’ vervangen door: als omschreven in artikel 78.
- Q.
Aan artikel 83, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:
Met betrekking tot de verzekerde, bedoeld in artikel 60, derde lid, bedraagt het bedrag van de loonaanvullingsuitkering dat niet op het UWV kan worden verhaald, in afwijking van de eerste zin, 70% van het minimumloon of het voor de verzekerde geldende dagloon indien dat lager is dan 70% van het minimumloon vermeerderd met de premies die op grond van enige wet daarover verschuldigd zouden zijn en die daarop niet in mindering kunnen worden gebracht en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, over deze uitkering.
- R.
Artikel 86, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
De zinsnede ‘Het UWV brengt bij de eigenrisicodrager kosten in rekening’ wordt vervangen door: Het UWV kan bij de eigenrisicodrager kosten in rekening brengen.
- 2.
De zinsnede ‘bedoeld in artikel 82, derde lid’ wordt vervangen door: bedoeld in artikel 83, derde lid.
- S.
In artikel 96, vierde lid, wordt ‘bedoeld in het derde lid’ vervangen door ‘bedoeld in het tweede of derde lid’, wordt ‘toepassing van het derde lid niet mogelijk is’ vervangen door ‘toepassing van het tweede of derde lid niet mogelijk is’ en wordt ‘betekend tenuitvoergelegd’ vervangen door ‘betekend en tenuitvoergelegd’.
- T.
In artikel 120, onderdelen b en c vervalt de zinsnede ‘de persoon die’.
- U.
Artikel 128 vervalt.
- V.
In artikel 133a wordt ‘artikel III, onderdelen C en D’ vervangen door ‘artikel III, onderdeel D,’ en wordt ‘blijven de artikelen 59 en 61, zoals die luidden’ vervangen door ‘blijft artikel 61 zoals dat luidde’.
- Va.
Na artikel 133a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 133b
Artikel 24, zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel XII, onderdeel E, van de Verzamelwet sociale verzekeringen 2007, blijft van toepassing op een verzoek om verlenging als bedoeld in artikel 24, eerste lid, dat op of voor die dag is ingediend en waarop nog geen beslissing is genomen.
- W.
In artikel 134 wordt ‘artikel 35’ vervangen door: artikel 33.