Einde inhoudsopgave
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
Artikel 27 Informatieplicht en medewerking aan controle
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
02-07-2014, Stb. 2014, 269 (uitgifte: 15-07-2014, kamerstukken: 33801)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2014, Stb. 2014, 271 (uitgifte: 15-07-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Re-integratie
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringsvoorwaarden
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verplichtingen
1.
De verzekerde die een aanvraag voor een uitkering heeft ingediend of een recht heeft op een uitkering op grond van deze wet en de instelling waaraan op grond van artikel 71 een uitkering op grond van deze wet wordt uitbetaald, verstrekt op verzoek of uit eigen beweging zo spoedig mogelijk alle informatie, waarvan het hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat die van invloed kan zijn op het recht op uitkering, de hoogte van de uitkering of de betaling van de uitkering, waaronder mede is begrepen informatie in het kader van reïntegratie, aan het UWV. Deze verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door het UWV kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
2.
De verzekerde die een aanvraag voor een uitkering heeft ingediend of een recht heeft op een uitkering op grond van deze wet is verplicht:
- a.
te voldoen aan elke oproep van het UWV of van een of meer door het UWV aangewezen personen om aanwezig te zijn op een door of vanwege het UWV te bepalen plaats voor beantwoording van vragen als bedoeld in onderdeel b het meewerken aan onderzoek als bedoeld in onderdeel c of het naleven van de controlevoorschriften, bedoeld in onderdeel d;
- b.
vragen te beantwoorden die door het UWV of door een of meer door het UWV aangewezen personen in verband met het recht op uitkering op grond van deze wet worden gesteld;
- c.
mee te werken door zich te laten onderzoeken door het UWV of door een of meer daartoe door het UWV aangewezen personen;
- d.
tot naleving van door het UWV vastgestelde controlevoorschriften die noodzakelijk zijn voor een juiste uitvoering van deze wet;
- e.
op verzoek onverwijld inzage te geven aan het UWV in een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht;
- f.
zich te onthouden van zeer ernstige misdragingen jegens de met de uitvoering van deze wet belaste personen en instanties tijdens het verrichten van hun werkzaamheden.
3.
De verplichtingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van:
- a.
het reïntegratiebedrijf dat in opdracht van het UWV of de eigenrisicodrager werkzaamheden verricht; of
- b.
personen die met toestemming van het UWV of de eigenrisicodrager zijn aangewezen door een reïntegratiebedrijf als bedoeld in onderdeel b, voorzover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van de bij wet of overeenkomst aan deze personen en rechtspersonen opgedragen taken.
4.
De verzekerde die recht heeft op een uitkering op grond van deze wet en die bij deelname aan een reïntegratietraject zijn reïntegratieverplichtingen niet naleeft, deelt de reden daarvan onmiddellijk mede aan het reïntegratiebedrijf.
5.
De verzekerde die een aanvraag voor een uitkering heeft ingediend of een recht heeft op een uitkering op grond van deze wet is verplicht te voldoen aan het voorschrift, gegeven door het UWV of de door hem daartoe aangewezen deskundige, om zich ter observatie te doen opnemen of te verblijven in een aangewezen inrichting.
6.
De eigenrisicodrager treedt voor de toepassing van het eerste en tweede lid, voorzover het betreft de naleving door zijn werknemer of gewezen werknemer van plichten die reïntegratie betreffen, in de plaats van het UWV.
7.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de persoon die tijdens de wachttijd, met uitzondering van de eerste dag van die wachttijd, geen verzekerde is op grond van deze wet.
8.
De werkgever die een aanvraag heeft ingediend voor of recht heeft op een subsidie als bedoeld in artikel 36 en de persoon, niet zijnde verzekerde, bedoeld in het eerste lid, die een aanvraag heeft ingediend voor of recht heeft op een voorziening als bedoeld in artikel 35, verstrekken op verzoek van het UWV of uit eigen beweging zo spoedig mogelijk alle informatie, waarvan het hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kan zijn op de verstrekking of toekenning of op de duur of de hoogte van het reïntegratie-instrument, aan het UWV.