De feiten zijn ontleend aan rov. 1.1-1.9 van het in cassatie bestreden arrest. In rov. 1 van het in cassatie bestreden arrest wordt aangesloten bij de feitenvaststelling in rov. 2.1 van het vonnis in eerste aanleg.
HR, 04-01-2013, nr. 11/04677
ECLI:NL:HR:2013:BY2642
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
04-01-2013
- Zaaknummer
11/04677
- Conclusie
Mr. L. Timmerman
- LJN
BY2642
- Roepnaam
Qizini Alphen/FNV Bondgenoten
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2013:BY2642, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 04‑01‑2013
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2013:BY2642
Arrest gerechtshof: ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1664
ECLI:NL:HR:2013:BY2642, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑01‑2013; (Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1664, Bekrachtiging/bevestiging
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BY2642
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BY2642
In cassatie op: ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1664, Bekrachtiging/bevestiging
- Wetingang
art. 79 Wet op de rechterlijke organisatie
- Vindplaatsen
AR-Updates.nl 2013-0002
VAAN-AR-Updates.nl 2013-0002
Conclusie 04‑01‑2013
Mr. L. Timmerman
Partij(en)
11/04677
Mr. L. Timmerman
Zitting 26 oktober 2012
Conclusie inzake:
Qizini Alphen B.V.
eiseres tot cassatie,
(hierna: Qizini)
tegen
FNV Bondgenoten
verweerster in cassatie,
(hierna: FNV)
1. Feiten1.
1.1
FNV en de CNV Bedrijvenbond hebben met de Algemene Kokswaren en Snackproducentenvereniging (AKSV) de cao voor de Gemaksvoedingsindustrie afgesloten (hierna: de cao).
1.2
De cao is door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid algemeen verbindend verklaard van 2 oktober 2007 tot en met 30 juni 2009.
1.3
Qizini heeft, tezamen met haar zusteronderneming Qizini Liessel B.V., een dispensatieverzoek bij de minister ingediend. De minister heeft het dispensatieverzoek afgewezen. Qizini heeft tegen de afwijzing bezwaar gemaakt. Dat bezwaar is door de minister ongegrond verklaard.
1.4
Bij brief van 28 april 2008 heeft de Stichting Sociaal Fonds voor de Gemaksvoedingsindustrie (hierna: het SFG) Qizini verzocht - dat verzoek betrof tevens de vestiging Qizini Liessel B.V. - de cao vanaf de datum van algemeen verbindendverklaring, 2 oktober 2007, toe te passen en over te gaan tot uitbetaling van lonen, loonsverhogingen en toeslagen conform de cao, alsmede de overige cao-bepalingen toe te passen.
1.5
Overleg tussen het SFG en Qizini heeft niet geleid tot overeenstemming over de toepassing van de cao door Qizini.
1.6
Qizini heeft zich op het standpunt gesteld dat de cao niet op haar van toepassing is, omdat de door haar vervaardigde producten niet vallen onder het begrip "gemaksvoeding" als bedoeld in art. 1.2 van de cao.
1.7
Art. 1.1 van de cao luidt:
"Deze cao is van toepassing op ondernemingen in Nederland in de gemaksvoedingsindustrie, inclusief de kokswaren- en snackindustrie. Dit zijn (onderdelen van) ondernemingen die etenswaren klaarmaken zoals omschreven in artikel 1.2.
De (onderdelen van) ondernemingen doen dit:
- -
fabrieksmatig
- -
in groot- of kleinbedrijf
- -
geheel of grotendeels. Dit betekent dat (het onderdeel van) de onderneming 50% of meer van de verloonde arbeid aan de productie of groothandel van deze etenswaren besteedt, of dat de omzet van deze etenswaren 50% of meer van de totale omzet bedraagt.
Ook op ondernemingen die etenswaren maken of samenstellen die als gemaksvoeding kunnen worden aangemerkt, is deze cao van toepassing."
1.8
Art. 1.2 van de cao luidt:
"Wat is gemaksvoeding?
Gemaksvoeding is onder meer:
- -
kroketten, bitterballen, nierbroodjes, bamiballen, nasiballen, loempia's en de met een en ander overeenkomende meelproducten eventueel gemengd of gevuld met vlees, pluimveevlees, wild, vis of groenten, of producten daarvan, die in hun geheel gefrituurd zijn of bestemd zijn in hun geheel gefrituurd te worden.
- -
saucijzenbroodjes, palingbroodjes, kaasbroodjes, hambroodjes, tosti's, pizza's en de met een en ander overeenkomende meelproducten, eventueel gemengd of gevuld met vlees, pluimveevlees, wild, vis of groenten, of producten daarvan, die in hun geheel gebakken zijn of bestemd zijn om in hun geheel gebakken te worden.
- -
pasteitjes en de met deze overeenkomende producten.
- -
gekookte, gestoomde, voorgebakken of op andere wijze toebereide mie, bami goreng, ravioli, toebereide spaghetti en overeenkomstige toebereide andere deegwaren.
- -
gekookte, gestoomde of voorgebakken rijst, nasi goreng of op andere wijze toebereide rijst.
- -
salades, russisch ei, gevulde tomaat, gevulde paprika en soortgelijke koud te nuttigen waren.
- -
frika(n)dellen, toebereide gehaktballen, hamburgers, satéh, sjaslik, kant-en-klare maaltijden en maaltijdcomponenten die samen een volledige maaltijd vormen.
Deze voeding is door middel van conservering, bijvoorbeeld diepvries, koelvers, koelvers vacuüm, blik of droge vorm, klaar voor gebruik."
1.9
Qizini produceert dagverse broodjes of sandwiches. Deze worden onder lage temperaturen (4 tot 6 Celsius) in een gekoelde ruimte belegd met alle soorten van beleg en sauzen. Het transport van deze belegde broodjes/sandwiches vindt gekoeld plaats, evenals het bewaren hiervan.
2. Procesverloop
2.1
FNV heeft Qizini in rechte betrokken voor de Rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, locatie Alphen aan den Rijn. FNV vordert naleving van de cao door Qizini en betaling van (schade)vergoeding. Qizini heeft de vordering gemotiveerd betwist.
2.2
De kantonrechter heeft de vordering van FNV bij vonnis van 26 januari 2010 toegewezen. Daartoe is onder meer overwogen dat de producten van Qizini kunnen worden aangemerkt als gemaksvoeding in de zin van de cao.
2.3
Qizini is van dit vonnis in hoger beroep gekomen bij het Hof 's-Gravenhage. Bij arrest van 19 april 2011 heeft het hof het vonnis bekrachtigd. Het hof overweegt onder meer:
"3.6[...]
In artikel 1.2 is een opsomming gegeven van producten die als gemaksvoeding in de zin van de cao worden aangemerkt. Sandwiches en belegde broodjes, al dan niet "dagvers" (geproduceerd), staan niet letterlijk in dit overzicht. Met de kantonrechter is het hof van oordeel dat het zinsdeel in de aanhef "Gemaksvoeding is onder meer" erop duidt dat de opsomming zoals opgenomen in artikel 1.2 van de cao enuntiatief en niet limitatief is. Achter het een na laatste streepje in de opsomming staat: "salades, russisch ei, gevulde tomaat, gevulde paprika en soortgelijke koud te nuttigen waren." Nu deze producten in de cao als gemaksvoeding worden gekwalificeerd en in aanmerking genomen te worden "onder meer", valt niet in te zien waarom broodjes en sandwiches niet als (soortgelijke) koud te nuttigen waren onder het begrip gemaksvoeding in artikel 1.2 cao zouden vallen. In het licht van de gehele tekst van de cao bezien is het aannemelijk dat sandwiches en belegde broodjes als gemaksvoeding worden aangemerkt en derhalve onder de reikwijdte van artikel 1.2 van de cao vallen. Het gaat hier niet om dermate afwijkende producten van de producten die in de cao zijn opgenomen, dat deze uitleg naar objectieve maatstaven onredelijk zou zijn en de rechtszekerheid in gevaar zou komen. De in de cao genoemde gemaksvoeding betreft niet enkel producten die nog verdere bereiding behoeven, maar ook producten die direct koud genuttigd kunnen worden zijn in artikel 1.2 opgenomen. De laatste volzin van artikel 1.2 van de cao luidt: "Deze voeding is door middel van conservering, bijvoorbeeld diepvries, koelvers, koelvers vacuüm, blik of droge vorm, klaar voor gebruik." Nu deze zin op een nieuwe regel, niet inspringend en zonder voorafgaand opsommingsstreepje is opgenomen én inhoudelijk tot de opsomming behoort - het gaat niet om nóg een soort voeding - maar van algemene strekking is, heeft deze zin betrekking op de gehele voorafgaande opsomming en niet, zoals Qizini aanvoert, alleen op de producten genoemd achter het laatste opsommingsstreepje. In dit verband herinnert het hof eraan dat (ook) aan de opmaak van een cao-bepaling betekenis kan toekomen, vgl. HR 19 december 2008, NJ 2009, 27.
[...]
3.8[...] Voor zover nog van belang: dat de, inmiddels: vroegere, statutaire naam "Greencore Convenience Foods" naar het oordeel van de kantonrechter een eerste aanwijzing oplevert voor toepassing van de cao voor gemaksvoedingsindustrie (Convenience Foods wordt vertaald als gemaksvoeding) is niet onbegrijpelijk. De naam van de onderneming wordt (slechts) als aanwijzing gezien, er wordt geen doorslaggevende betekenis aan toegekend: verandering van naam levert ook niet op dat de cao níet van toepassing is. [...]"
2.4
Qizini is tegen het arrest tijdig2. in cassatie gekomen. FNV heeft geconcludeerd tot verwerping. Partijen hebben hun standpunten schriftelijk doen toelichten. Namens partijen is nog gediend van re- en dupliek.
3. Bespreking van het cassatiemiddel
3.1
Het cassatiemiddel is gericht tegen de hierboven geciteerde rov. 3.6 en klaagt dat het hof, door te overwegen dat de door Qizini geproduceerde broodjes en sandwiches gemaksvoeding zijn, een onjuiste uitleg heeft gegeven aan het begrip "gemaksvoeding" in art. 1.2 van de cao. Aangevoerd wordt dat de in dit artikel opgenomen opsomming limitatief is. Voor zover die opsomming enuntiatief is zullen de niet genoemde producten slechts onder de werkingssfeer vallen, als zij redelijkerwijs met de wel genoemde producten op één lijn zijn te stellen. Het hof maakt niet duidelijk in welke mate de door Qizini geproduceerde broodjes en sandwiches op één lijn kunnen worden gesteld met de in art. 1.2 van de cao genoemde "salades, russisch ei, gevulde tomaat, gevulde paprika en soortgelijke koud te nuttigen waren". Tevens wordt geklaagd over rov. 3.8, waarin het hof overweegt dat de (vroegere) naam van de onderneming een aanwijzing vormt dat de cao van toepassing is. Geklaagd wordt dat de statutaire naam van de onderneming irrelevant is voor de vraag of Qizini binnen het toepassingsbereik van de cao valt. Ten slotte wordt nog - voortbouwend op de andere klachten - geklaagd over het overwogene in rov. 3.10, waarin is te lezen dat Qizini geen rechten kan ontlenen aan de opvatting van het bedrijfstakpensioenfonds dat Qizini geen producten vervaardigt die onder de verplichte werkingssfeer van de in de gemaksvoedingsindustrie geldende bedrijfstakpensioenregeling vallen, nu het bedrijfstakpensioenfonds is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting.
3.2
Nu de cao algemeen verbindend verklaard is, is dit recht in de zin van art. 79 RO. 's Hofs uitleg van het begrip gemaksvoeding is een rechtsoordeel dat in cassatie volledig aan toetsing onderworpen is (en enkel met rechtsklachten kan worden aangevallen).
3.3
Het hof stelt in rov. 3.5 voorop dat bij de uitleg van een bepaling van een cao de bewoordingen waarin deze is gesteld, gelezen in het licht van de gehele tekst van die cao en een eventuele, voor derden kenbare toelichting daarop, in beginsel van doorslaggevende betekenis is. Daarbij komt het volgens het hof niet aan op een strikt grammaticale uitleg, maar op het vaststellen van de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen waarin de bepaling is gesteld. Bij deze uitleg kunnen, als objectief kenbare gezichtspunten, onder meer worden betrokken de elders in de cao gebruikte formuleringen en de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden, op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden leiden, zo vervolgt het hof. Ten slotte wijst het hof erop dat ook rekening kan worden gehouden met de kennelijke ratio en strekking van de regeling waartoe de bepaling behoort en de bedoeling van de opstellers, voor zover deze objectief uit de tekst van de cao en de eventuele toelichting daarop voor derden kenbaar is.
3.4
Het hof heeft hiermee de juiste uitlegmaatstaf omschreven.3. Het hof heeft deze maatstaf ook niet uit het oog verloren bij uitleg van het begrip "gemaksvoeding". Het hof legt de reikwijdte bepaling van art. 1.2 van de cao naar objectieve maatstaven uit, daarbij gebruikmakend van de letterlijke tekst van die bepaling en de wijze waarop die bepaling is vormgegeven, in samenhang met de overige bepalingen van de cao. Van enige voor derden kenbare toelichting op die cao is niet gebleken, zodat de eventuele bedoelingen van partijen bij de reikwijdtebepaling van de cao niet bij de uitleg daarvan kunnen worden betrokken. Nu de eerdere versies van art. 1.2 van de cao, of de bedoeling van partijen daarbij in relatie tot het inmiddels vervallen Kokswarenbesluit, voor derden niet kenbaar zijn kan ook dit niet bij de uitleg worden betrokken.
3.5
Het hof geeft in rov. 3.6 van het arrest aan dat de broodjes en sandwiches van Qizini vallen onder het zesde streepje van de opsomming ofwel, in hun algemeenheid gemaksvoeding zijn, nu zij voldoen aan de kenmerken die daarvoor gelden. 's Hofs oordeel is juist. Ter toelichting daarop dient het volgende.
3.6
Uit de aanhef van art. 1.2 van de cao volgt al dat de daarin gegeven opsomming niet-limitatief bedoeld is. De aanhef luidt immers "Gemaksvoeding is onder meer", waarna de opsomming volgt. Ook uit de opsomming zelf volgt dat wordt verwezen naar producten die tot een bepaalde categorie behoren en dat de genoemde producten slechts voorbeelden zijn van die productcategorie waarnaar wordt verwezen. In algemene zin wordt daarin immers verwezen naar "producten [...] die in hun geheel gefrituurd zijn, of bestemd zijn om in hun geheel gefrituurd te worden", "producten [...] die in hun geheel gebakken zijn, of bestemd zijn om in hun geheel gebakken te worden", "de met deze overeenkomende producten", "op overeenkomstige wijze toebereide andere deegwaren", "op andere wijze toebereide rijst", "soortgelijke koud te nuttigen haar algemeenheid dient te voldoen. "Deze voeding" verwijst, nu deze zin na het einde van de opsomming als nieuwe zin, zonder verder inspringen, in het artikel is opgenomen, niet alleen terug naar de in de opsomming genoemde producten en productcategorieën - en ook niet enkel naar de in het zevende streepje genoemde -, maar ook naar de zinsnede "Gemaksvoeding is onder meer". Het komt bij het bepalen van de producten die als gemaksvoeding kunnen worden gekenmerkt aldus aan op de conserveringswijze en (eventuele) bereidingswijze.
3.7
Vervolgens moet worden bepaald of de door Qizini geproduceerde broodjes en sandwiches onder de in de opsomming genoemde productcategorieën kunnen worden gebracht, dan wel of zij voldoen aan de algemene kenmerken van gemaksvoeding. In cassatie staat vast dat Qizini dagverse broodjes of sandwiches produceert. De broodjes en sandwiches worden onder lage temperaturen (4 tot 6 Co) in een gekoelde ruimte bereid en vervolgens gekoeld getransporteerd en bewaard. Dergelijke broodjes en sandwiches zijn gemaksvoeding in de zin van art. 1.2 van de cao. Zij kunnen niet worden gerubriceerd onder de eerste vijf productcategorieën. M.i. kunnen zij wel worden beschouwd als koud te nuttigen waren, in die zin dat zij op één lijn kunnen worden gesteld met de in het zesde streepje van de opsomming genoemde producten salades, russisch ei, gevulde tomaat en gevulde paprika. Immers, net als deze producten behoeven de broodjes en sandwiches van Qizini niet eerst te worden opgewarmd of op een andere wijze (verder) te worden bereid voordat zij worden genuttigd, maar kunnen zij direct na openen van de verpakking worden geconsumeerd. Dat in de in het zesde streepje genoemde producten geen brood is verwerkt maakt n.m.m. niet dat zij daarmee niet op één lijn gesteld kunnen worden, nu dit niet het onderscheidende criterium is. Tevens vallen de broodjes en sandwiches van Qizini onder de zevende productcategorie, nu zij bestaan uit maaltijdcomponenten (graan, groente en/of vis of vlees(vervanger) en/of zuivel) die samen een volledige maaltijd vormen. Ten slotte meen ik dat de broodjes en sandwiches van Qizini ook in algemene zin kwalificeren als gemaksvoeding in de zin van art. 1.2 van de cao. Immers, niet goed valt in te zien dat de dagverse broodjes, die vanaf de productie tot aanschaf door de eindgebruiker in gekoelde staat verkeren, niet "door middel van conservering, bijvoorbeeld [...] koelvers [...] klaar voor gebruik" zijn. Conservering houdt volgens Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal in het in goede conditie houden c.q. bewaren voor bederf. Koelvers wordt daarin omschreven als bewaard in/afkomstig uit de koelkast van de supermarkt. Klaar voor gebruik moet in dit kader worden begrepen als direct uit de verpakking ter verdere bereiding of zonder enige bereiding aan te wenden. Dit volgt ook uit de verscheidene productcategorieën zoals in de opsomming beschreven. Los van de omschrijving van gemaksvoeding in art. 1.2 van de cao - en overigens ten overvloede - geldt dat de broodjes en sandwiches van Qizini nu juist worden geproduceerd om het gemak van de eindgebruiker te dienen: zij hoeven geen moeite te doen om een broodje of sandwich te bereiden en kunnen, enkel na het openen van de verpakking, het broodje of de sandwich nuttigen.
3.8
De conclusie door het hof getrokken - en door mij onderschreven - dat de broodjes en sandwiches van Qizini als gemaksvoeding moeten worden beschouwd, leidt er overigens niet, althans niet per definitie, toe dat de cao een (aanzienlijk) ruimer toepassingsbereik krijgt. Dat onder de (ruime) omschrijving van gemaksvoeding in art. 1.2 van de cao veel producten kunnen worden gebracht mag zo zijn, maar art. 1.1 van de cao - dat ook algemeen verbindend verklaard is - bevat een voorschrift dat de toepasselijkheid van de cao beperkt. Zo vallen enkel (onderdelen van) ondernemingen die fabrieksmatig gemaksvoeding maken onder de cao. Verder is de cao enkel van toepassing wanneer 50% of meer van de verloonde arbeid aan de productie of groothandel van gemaksvoeding wordt besteed, of dat de omzet van gemaksvoeding 50% of meer van de totale omzet bedraagt.
3.9
De klacht gericht tegen rov. 3.8 faalt bij gebrek aan feitelijke grondslag, omdat het hof aan de vroegere handelsnaam van Qizini ook geen beslissende betekenis heeft toegekend.
3.10
De klacht gericht tegen rov. 3.10 bouwt voort op de voorgaande klachten en deelt het lot daarvan.
4. Conclusie
Ik concludeer tot verwerping en geef toepassing van art. 81, lid 1 Ro in overweging.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden
A-G
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 04‑01‑2013
De cassatiedagvaarding is op 18 juli 2011 uitgebracht. Op 29 november 2011 is een herstelexploot uitgebracht.
Bijv. HR 24 februari 2012, LJN BU9889, NJ 2012, 142; HR 27 mei 2011, LJN BQ0010, NJ 2011, 258; HR 19 december 2008, LJN BG1681, NJ 2009, 27; HR 18 april 2008, LJN BC7407, NJ 2008, 245; HR 12 januari 2007, LJN AZ2895, NJ 2007, 47; HR 11 november 2005, LJN AU3719, JAR 2005, 286; HR 27 februari 2004, LJN AN9402, NJ 2005, 498 m.nt. Du Perron; HR 2 april 2004, LJN AO3857, NJ 2005, 495; HR 20 februari 2004, LJN AO1427, NJ 2005, 493, m.nt. Du Perron; HR14 februari 2003, LJN AF1307, JAR 2003, 72; HR 31 mei 2002, LJN AE2376, NJ 2003, 110; HR 28 juni 2002, LJN AE4366, NJ 2003, 111 m.nt. Heerma van Voss; HR 17 september 1993, LJN ZC1059, NJ 1994, 173 m.nt. PAS.
Uitspraak 04‑01‑2013
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid RO. CAO voor de Gemaksvoedingsindustrie; uitleg bewoordingen naar objectieve maatstaf.
Partij(en)
4 januari 2013
Eerste Kamer
11/04677
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
QIZINI ALPHEN B.V.,
gevestigd te Tilburg,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk,
t e g e n
de vereniging FNV BONDGENOTEN,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. P.A. Ruig, thans mr. S.F. Sagel.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Qizini en FNV.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
- a.
het vonnis in de zaak 856947\CV EXPL 09-1409 van de kantonrechter te Alphen aan den Rijn van 26 januari 2010;
- b.
het arrest in de zaak 200.056.938/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 19 april 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Qizini beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding en het herstelexploot zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
FNV heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 lid 1 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Qizini in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van FNV begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 4 januari 2013.