Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/522
Vervolgingsuitlevering opgeëiste persoon (Nederlandse nationaliteit) naar Marokko t.z.v. medeplichtigheid aan opzettelijke levensberoving met voorbedachten rade, medeplichtigheid aan poging tot opzettelijke levensberoving met voorbedachte raad en criminele bendevorming. 1. Verweer dat t.a.v. opgeëiste persoon blijkt van concreet gevaar voor dreigende flagrante schending van recht op eerlijk proces a.b.i. art. 6 EVRM. 2. Kon Rb oordelen dat niet kan worden vastgesteld dat opgeëiste persoon geen effectief rechtsmiddel a.b.i. art. 13 EVRM ten dienste staat? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 23-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:615
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, M. Kuijer, T. Kooijmans
- Zaaknummer
23/00981 U
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:615, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:351, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑04‑2024
Essentie
Vervolgingsuitlevering opgeëiste persoon (Nederlandse nationaliteit) naar Marokko t.z.v. medeplichtigheid aan opzettelijke levensberoving met voorbedachten rade, medeplichtigheid aan poging tot opzettelijke levensberoving met voorbedachte raad en criminele bendevorming. 1. Verweer dat t.a.v. opgeëiste persoon blijkt van concreet gevaar voor dreigende flagrante schending van recht op eerlijk proces a.b.i. art. 6 EVRM. 2. Kon Rb oordelen dat niet kan worden vastgesteld dat opgeëiste persoon geen effectief rechtsmiddel a.b.i. art. 13 EVRM ten dienste staat? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 23/00981 U
Datum 23 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.