RvdW 2024/522:Vervolgingsuitlevering opgeëiste persoon (Nederlandse nationaliteit) naar Marokko t.z.v. medeplichtigheid aan opzettelijke levensberoving met voorbedachten rade, medeplichtigheid aan poging tot opzettelijke levensberoving met voorbedachte raad en criminele bendevorming. 1. Verweer dat t.a.v. opgeëiste persoon blijkt van concreet gevaar voor dreigende flagrante schending van recht op eerlijk proces a.b.i. art. 6 EVRM. 2. Kon Rb oordelen dat niet kan worden vastgesteld dat opgeëiste persoon geen effectief rechtsmiddel a.b.i. art. 13 EVRM ten dienste staat? HR: art. 81 lid 1 RO.