Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/482
Verordening Brussel Ibis. Materieel toepassingsgebied; handeling in de uitoefening van openbaar gezag. Bevoegdheid. Alternatieve bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst op grond van art. 7, punt 1, onder a); begrip ‘verbintenissen uit overeenkomst’; maatstaf.
HvJ EU 05-12-2019, ECLI:EU:C:2019:1053 (Ordre des avocats du barreau de Dinant)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
5 december 2019
- Magistraten
J.-C. Bonichot, R. Silva de Lapuerta, L. Bay Larsen
- Zaaknummer
C-421/18
- Conclusie
A-G H. Saugmandsgaard Øe
- Roepnaam
Ordre des avocats du barreau de Dinant
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:1053, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 05‑12‑2019
ECLI:EU:C:2019:644, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 29‑07‑2019
- Wetingang
Art. 7 Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Verordening Brussel Ibis)
Essentie
Ordre des avocats du barreau de Dinant tegen JN.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de tribunal de première instance de Namur (België) bij beslissing van 21 juni 2018.
Verordening Brussel Ibis. Materieel toepassingsgebied; handeling in de uitoefening van openbaar gezag. Bevoegdheid. Alternatieve bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst op grond van art. 7, punt 1, onder a); begrip ‘verbintenissen uit overeenkomst’; maatstaf.
Art. 1, lid 1, Verordening Brussel Ibis moet aldus worden uitgelegd dat een geschil over de verbintenis van een advocaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.