Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/6.2.3.6:6.2.3.6 Bindend advies
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/6.2.3.6
6.2.3.6 Bindend advies
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS510862:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
VAN DEN BERG (diss.), blz. 46, noot. 99.
Of de rechter de zaak ook daadwerkelijk inhoudelijk behandelt (dan wel partijen 'eerst' zal verwijzen naar de gekozen methode van geschillenbeslechting), zal afhangen van de inhoud van het recht dat hij dienaangaande toepasselijk acht.
VAN DEN BERG (diss.), blz. 46 respectievelijk 69-71.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vraag is voorts of het Verdrag van New York de overeenkomst tussen partijen bestrijkt die voorziet in de oplossing van het geschil bij wege van een bindende beslissing van een derde die niet een arbitraal vonnis vormt. Hierbij is te denken aan een overeenkomst tot bindend advies. We hebben zojuist gezien dat de beslissing van een derde die niet een arbitraal vonnis vormt niet volgens het Verdrag van New York kan worden erkend en tenuitvoergelegd. Mij dunkt dat de overeenkomst tussen partijen die niet in arbitrage voorziet, evenmin krachtens art. II lid 3 van het Verdrag van New York kan worden erkend.1
Indien een zaak bij de rechter wordt aanhangig gemaakt en de verweerder zich beroept op een overeenkomst die moet leiden tot een bindende beslissing van een derde die geen arbitrage inhoudt, zal de rechter het beroep op de overeenkomst kunnen verwerpen en de zaak zelf in behandeling kunnen nemen op de grond dat het Verdrag van New York een dergelijke overeenkomst niet bestrijkt (art. II lid 3 NYC).2 Voor de vraag of het een overeenkomst tot arbitrage betreft, is de wet die op de arbitrage van toepassing zal zijn of — als genoemde wet nog niet kan worden vastgesteld — de lex fori bepalend.3 Verdedigd kan worden dat, indien de verweerder zich in een geding bij de rechter op een overeenkomst tot arbitrage beroept, de eiser zich erop zal moeten beroepen dat de overeenkomst niet strekt tot een arbitrage krachtens het op de arbitrage toepasselijk recht of de lex fori, alvorens de rechter zal mogen beslissen dat de overeenkomst niet strekt tot arbitrage (vgl. ook art. II lid 3 NYC).4