NJ 1974, 361
HR, 26-10-1973
HR 26-10-1973, ECLI:NL:PHR:1973:AD7487, m.nt. P. Zonderland, H.F. van Panhuys
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 oktober 1973
- Magistraten
Wiarda, De Meijere, Ras, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1973-10-26/NJ_54775]
- Noot
P. Zonderland, H.F. van Panhuys
- LJN
AD7487
- JCDI
JCDI:ADS113881:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1973:AD7487, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑10‑1973
ECLI:NL:PHR:1973:AD7487, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑1973
- Wetingang
Wet AB art. 13a; Verdrag erkenning en tenuitvoerlegging buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken art. V
Essentie
1. Door vreemde mogendheid gedaan beroep op immuniteit van jurisdictie en executie.
2. Vereisten voor tenuitvoerlegging van scheidsrechterlijke uitspraak op grond van het op 10 juni 1958 te New York gesloten verdrag over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken.
Samenvatting
Bij uitspraak, door Georges Ripert en Panchaud in de vorm van een arbitraal vonnis gedaan op 2 juli 1956 te Lausanne (Zwitserland), is de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavie veroordeeld tot betaling van 6 184 528 521 Franse francs aan de Societe Europeenne d'Etudes et d'Entreprises en liq.vol., gevestigd te Parijs (SEEE). SEEE heeft aan de President ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.