Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1111 betreffende de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering
Artikel 66 Certificaat
Geldend
Geldend vanaf 22-07-2019
- Bronpublicatie:
25-06-2019, PbEU 2019, L 178 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1111)
- Inwerkingtreding
22-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2019, PbEU 2019, L 178 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1111)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
1.
Het gerecht of de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst zoals meegedeeld aan de Commissie overeenkomstig artikel 103, geeft op verzoek van een partij een certificaat af voor een authentieke akte of overeenkomst:
- a)
in huwelijkszaken, aan de hand van het formulier in bijlage VIII;
- b)
inzake ouderlijke verantwoordelijkheid, aan de hand van het formulier in bijlage IX.
Het onder b) bedoelde certificaat bevat een samenvatting van de uitvoerbare verplichting die in de authentieke akte of in de overeenkomst is opgenomen.
2.
Het certificaat mag alleen worden afgegeven indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- a)
de lidstaat die de overheidsinstantie of andere autoriteit heeft gemachtigd de authentieke akte formeel te verlijden of te registreren of de overeenkomst te registeren, had daartoe de bevoegdheid krachtens hoofdstuk II; en
- b)
de authentieke akte of de overeenkomst is juridisch bindend in die lidstaat.
3.
Niettegenstaande lid 2 mag het certificaat inzake ouderlijke verantwoordelijkheid niet worden afgegeven indien er aanwijzingen bestaan dat de inhoud van de authentieke akte of de overeenkomst strijdig is met het belang van het kind.
4.
Het certificaat wordt in de taal van de authentieke akte of overeenkomst gesteld. Het mag op vraag van een partij ook worden afgegeven in een andere officiële taal van de instellingen van de Europese Unie. Dit creëert geen verplichting voor het gerecht of de bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft om voor een vertaling of transliteratie van de vertaalbare inhoud van de vrije tekstvelden te zorgen.
5.
Indien het certificaat niet wordt opgemaakt, wordt de authentieke akte of het instrument niet erkend of ten uitvoer gelegd in een andere lidstaat.