Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/308
Economische zaak. Overtreding art. 5 Wet vervoer gevaarlijke stoffen (meermalen gepleegd) door rechtspersoon met een vervoermiddel per spoor, waarbij niet alle daarop betrekking hebbende veiligheidsvoorschriften zijn nageleefd. Falende klachten over toerekening van de tenlastegelegde gedragingen aan de rechtspersoon. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 02-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:329
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 maart 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/04707
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:329, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1272, Conclusie, Hoge Raad, 24‑11‑2020
Essentie
Economische zaak. Overtreding art. 5 Wet vervoer gevaarlijke stoffen (meermalen gepleegd) door rechtspersoon met een vervoermiddel per spoor, waarbij niet alle daarop betrekking hebbende veiligheidsvoorschriften zijn nageleefd. Falende klachten over toerekening van de tenlastegelegde gedragingen aan de rechtspersoon. HR: art. 81 lid 1 RO.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Keulen:
1.
De verdachte1. is bij arrest van 8 oktober 2019 door de economische kamer van het Gerechtshof Den Haag wegens het onder 2, 3, 4, 5 en 6 telkens bewezen verklaarde ‘overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 5 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.