Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 597
Schuldheling: ontoereikende motivering onderzoeksplicht.
HR 21-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4080
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 april 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.M.E. Thomassen, W.F. Groos
- Zaaknummer
08/00300
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BH4080
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH4080, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH4080, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2009
- Wetingang
Sr art. 417bis
Essentie
Schuldheling. ‘Hofs oordeel dat op verdachte de plicht rustte te onderzoeken wat in de plastic tas in de kofferbak van de door hem geleende auto bevond, is niet zonder meer begrijpelijk.
Samenvatting
Hof: Verdachte had de auto (waarin gestolen sieraden in een plastic boodschappentas van Dirk van de Broek in de kofferbak zijn aangetroffen) geleend van zijn vriendin, die deauto had gehuurd. De vriendin had niets in de kofferbank gelegd, heeft verdachte opgedragen de auto niet verder uit te lenen en is niet meer als bestuurster opgetreden. Verdachte heeft de auto wel uitgeleend, maar heeft niet gezegd aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.