Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 599
Toereikende motivering schuld cfm art. 6 WVW 1994 i.v.m. niet verlenen voorrang.
HR 21-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG9142
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 april 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, W.F. Groos
- Zaaknummer
01939/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BG9142
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Verkeersrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG9142, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG9142, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2009
- Wetingang
WVW 1994 art. 6
Essentie
Het hof heeft zijn oordeel dat sprake is van schuld cfm art. 6 WVW 1994 in verband met het feit dat verdachte geen voorrang heeft verleend, toereikend gemotiverd. A-G: Anders.
Samenvatting
Bewijsoverweging Hof: Verdachte heeft bij het naderen van een kruising met een voorrangsweg snelheid verminderd maar is niet gestopt voor de kruising. Zijn snelheid beliep 32 km/u t.t.v. de botsing met een busje. De kruising en de omgeving daarvan waren overzichtelijk, er waren geen het zicht belemmerende obstakels, het was daglicht en droog weer. Verdachte bevond zich op de bestuurdersplaats van een vrachtwagen, dus relatief ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.